#23 Jack de Vries

Transcriptie: Jack de Vries

Amy: Welkom bij de podcast Leaders in Wonen. Ik ben Amy en ik ga in gesprek met de leiders in de woningmarkt. Waarom? Omdat wonen iedereen raakt. Veel thema’s in de woningmarkt vragen om een oplossing, daarom ga ik op zoek naar de antwoorden van de leiders. Bovendien wil ik deze mensen leren kennen. Wie zijn het eigenlijk en wat drijft ze? Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door onze partners CalcasaQuion en RNHB.

Amy: Welkom bij de podcast Leaders in Wonen. Leuk om hier in Den Haag met jou dit gesprek te mogen voeren, Jack!

Jack: Zeker!

Amy: Ik zou willen starten met de vraag, we zitten hier voor Leaders in Wonen, in hoeverre jij je eigenlijk een leader in wonen voelt?

Jack: Ik ben natuurlijk nog maar kort bezig als voorzitter van Vastgoedbelang. Dus in die zin voel ik me nog geen leader. Ik zit nog in mijn inwerktijd.

Amy: Kun je iets vertellen over de afgelopen periode bij Vastgoedbelang, wat je tot nu toe hebt gezien en waar je staat?

Jack: Het is een enorme turbulente tijd, wat dat betreft was het echt wel een ontgroening, daarbinnen komen. Met zoveel dossiers die op ons afkomen en discussies die er zijn, ook in het nieuwe regeerakkoord. Dus je wordt meteen vol ondergedompeld, of het nou gaat over de WOZ-cap of de regulering van het middensegment, de discussie over de fiscaliteit, de verduurzaming, noem maar op. Er spelen heel veel dossiers, dus het is echt wel flink aanpoten. 

Amy: Waarom heb je eigenlijk besloten om dit te gaan doen?

Jack: Ik hou wel van een uitdaging. Ik werd benaderd door een headhunter voor deze functie en ik had besloten in ’21 om na tien jaar directie en een paar jaar ook CEO van Hill and Knowlton, dat ik dat wel gezien had. Er speelde nog wel puur klantwerk toen, maar ik wilde daarnaast meer maatschappelijke dingen doen. Dat begon in dat jaar in januari met het voorzitterschap van de Raad van Toezicht van het Nederlands Veteraneninstituut. Toen kwam dit op mijn pad en ik dacht “Dat vind ik eigenlijk wel uitdagend.” Ik heb natuurlijk wel even Maxime gebeld, ook eerder in deze podcast, van “Vastgoedbelang, hoe typeer jij die club?” Ik kreeg van hem een positief preadvies. Jan Kamminga was mijn voorganger, dus die heb ik natuurlijk ook nog gesproken. Er speelt natuurlijk heel veel, er is natuurlijk een enorm imagoprobleem voor de particuliere belegger. Dat is wat ik doe in mijn werkzame leven, omgaan met reputaties, beschermen en weer bouwen. Dus in die zin paste dat wel. De Volkshuisvesting was mij ook niet vreemd, ik ben ooit begonnen als politiek medewerker van een Tweede Kamerlid, Helmer Koetje, die was woordvoerder Volkshuisvesting. In 

Enneüs Heerma heb ik nog voor hem gewerkt. En ook nu in de dagelijkse praktijk van mijn klanten heb ik veel klanten in de vastgoedsector. In die zin had ik er dus wel enige binding mee.

Amy: Je zei al “Ik heb het overgenomen van Jan Kamminga.” Wat heeft hij jou nog meegegeven?

Jack: Dat veel feiten eigenlijk onbekend zijn in Den Haag. Er is heel veel beeldvorming, maar heel weinig zicht op de feiten. Dat is mijn stelling ook altijd, beeldvorming kun je het beste bestrijden met de feiten. En we zijn echt een ledenorganisatie, dus hij raadde me ook aan “Hou goed voeling en binding met de leden, datgene dat jij naar voren brengt in Den Haag of in discussies, dat dat ook gedragen wordt door de leden.”

Amy: Hoe heb je dat de afgelopen maanden gedaan?

Jack: Het is natuurlijk een uitdagende tijd geweest met alle corona-beperkingen. De regionale ledenvergaderingen gingen soms wel en soms niet door. Maar dat is natuurlijk wel de bedoeling, dat je de regio ingaat, daar de leden spreekt. Dus ik ben naar Groningen geweest en in Deventer, het zuiden heb ik online gedaan en Den Haag heb ik online gedaan. We hebben onlangs weer een bijeenkomst kunnen hebben van het platform. Dat zijn de vijftig grootste leden die zich ook apart hebben georganiseerd. Dat zijn echt de grote spelers in de markt. Dan heb je dus discussies en gesprekken met elkaar en kom ik weer op nieuwe ideeën en gedachten.

Amy: Kan je al iets meer vertellen over die ideeën en gedachten die je nu hebt?

Jack: Er spelen heel veel dingen. Een belangrijk ding wat natuurlijk nu speelt is de regulering van het middensegment. Het is onmiskenbaar zo dat er een uitdaging is voor de middenhuur, voor de agent en de verpleger waar iedereen het dan over heeft. Alleen vinden wij als particuliere beleggers wel dat als je met dwang van bovenaf dat verplicht gaat reguleren, dan grijp je eigenlijk natuurlijk in op het recht van eigendom. Wij hebben eens goed om ons heen gekeken en in Duitsland heeft men dus een model waarin je afspraken maakt met de particuliere beleggers, particuliere investeerders, dat ze wel een zeker aanbod leveren in het middensegment. Daarvoor bouwwoningen realiseren, ook met de transformatie en bijvoorbeeld voor twintig jaar maak je een afspraak over die huur. Je weet wat een redelijk rendement is, daar heb je een benchmark voor in de markt. Dan krijg je voor dat deel wat je dus misloopt compensatie van de overheid. Dat is één van de voorstellen die wij ook gaan doen vanuit Vastgoedbelang om wel ook met die overheid in gesprek te blijven en onze bijdrage te leveren. Want op het moment dat je het allemaal stapelt, alle maatregelen die we nu hebben, dan zul je gaan zien dat heel veel particuliere beleggers hun bezit gewoon gaan verkopen. Dan wordt de particuliere huursector, die bij uitstek al de kleinste is van Europa hier in Nederland, nog kleiner, Dat flexibele segment heb je ook nodig in de markt.

Amy: Je zegt “Dat is de kleinste in Europa”, waarom is dat dan nu zo?

Jack: We hebben in Nederland gewoon een hele kleine particuliere huursector. We hebben natuurlijk echt een corporatieland, het gros van de huurwoningen is in het bezit van de corporaties. Wat overigens weleens vergeten wordt, dat de helft van het bezit van onze leden ook allemaal in het gereguleerde segment zit. Als je het hebt over particuliere beleggers denkt iedereen “Vrije huursector”, maar dat is helemaal niet waar, we zitten evenzeer gewoon in de gereguleerde huur. Dus dat is één van die beeldvormingen die een mismatch is. Maar kijk je naar de particuliere huursector in Nederland, die is maar 7% van het aanbod en maar 2% van het aanbod zit met huren boven 1000 euro. De beeldvorming is “Het is allemaal…” In Amsterdam heb je natuurlijk problemen, maar dat geldt natuurlijk niet voor dat hele land. Je ziet ook dat de Nederlandsche Bank, maar ook de OESO zegt “In Nederland is die particuliere huursector eigenlijk veel te klein.” Want je hebt die flexibiliteit nodig op de woningmarkt. Als je in een geval zit van scheiding, wat helaas veel voorkomt, ik heb het zelf meegemaakt, dan heb je even snel en tijdelijk woonruimte nodig. Dan ga je niet snel iets kopen en je kunt niet achteraan sluiten voor de sociale huur. Dus dan heb je dat aanbod nodig. We zitten hier in Den Haag, een stad met veel diplomatie en ambassades en dus expats. Die hebben die markt ook gewoon nodig om aan woonruimte te komen. Dus in die zin zijn er gerenommeerde instituten die zeggen “Eigenlijk is dat aanbod te klein hier in Nederland”, ook met de ambitie die we hebben om hoogopgeleide mensen naar ons land te trekken. Dus daar vragen we ook wel aandacht voor.

Amy: Dus eigenlijk heb je het nu over twee zaken. Het aanbod is te klein en je hebt eigenlijk build-to-let en buy-to-let. Het moeilijke zit misschien natuurlijk als er woningen van de koopwoningmarkt gekocht worden en dan in de huursector terechtkomen omdat het aanbod al zo klein is. Hoe kijk je daarnaar, dat verschil van build-to-let en buy-to-let?

Jack: Wat je nu ziet is dat keep-to-let het grootse aanbod is in de particuliere verhuur. Dus dat betekent dat mensen die gaan samenwonen of gaan trouwen en ze hebben twee woningen, die andere woning aanhouden en gaan verhuren. Mensen die een woning erven houden die woning aan en gaan verhuren. Hoe komt dat? Dat heeft natuurlijk alles te maken met een ander dossier, namelijk onze pensioenvoorziening en de ontwikkeling op de financiële markten. Heb je kapitaal op een spaarrekening, dat heeft geen zin. Je kunt in aandelen gaan, maar dat is ook best risicovol. Dus wat je ook ziet is zeker ook heel veel ZZP’ers die problemen hebben met het opbouwen van hun pensioen. Wat is de zekerheid waar je dan voor kiest? Stenen. Dus zie je ook veel mensen die een extra woning hebben, “Laten we die maar houden en verhuren. Dan hebben we een appeltje voor de dorst voor later.” Dus moet je ook niet sec naar het probleem van de woningmarkt kijken, maar ook naar “Hoe zit het met onze sociale zekerheid, hoe zit het met onze pensioenopbouw?” Die dossiers hebben allemaal hun effect op wat we nu zien gebeuren in de markt.

Amy: Hoe kan je ervoor zorgen dat dat breder wordt aangepakt?

Jack: Door de integraliteit van het beleid te benadrukken. Dus als ik in gesprek mag met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en onderscheiden we dat overleg ook met alle sectoren uit de markt over de woningbouwagenda, dan geef ik dat ook aan. En ik geef ook het belang aan van de particuliere beleggers die met hun kapitaal ook een transformatieagenda kunnen financieren en daarmee extra woningen kunnen toevoegen. Want het probleem waar we het over hebben is dat het aanbod te klein is voor de vraag. Dan kun je wel naar dat hele kleine puzzelstukje van de particuliere beleggers gaan kijken, maar daarmee gaan we het probleem op de woningmarkt niet oplossen. Wat Koerhuis van de VVD altijd zei is “Bouwen, bouwen, bouwen”, ik onderstreep dat graag want dat is de werkelijke oplossing om de problemen waar we nu tegenaan lopen op te lossen. Soms zie je natuurlijk ook dat de overheid zelf procyclisch beleid voert. De jubelton heeft de bevoorrechten in de samenleving, met ouders die zich dat konden veroorloven, extra geld meegegeven, de markt op. Waarmee de prijzen nog extra omhoog gingen. Verlaging van overdrachtsbelasting heeft eenzelfde procyclisch effect. Dat is ook een probleem. Je hebt allemaal incidentele maatregelen en je hebt een integrale visie nodig. Die gaat ook breder dan de volkshuisvesting. We moeten ook echt weer naar een nota toe over de ruimtelijke inrichting van Nederland, met veel meer rijksregie. Want er kan veel meer gebouwd worden dan er nu gebouwd wordt, maar er zit veel vast in de gemeentelijke bureaucratie of de provincie die gemeentes belemmert om buiten de dorps- of stadskern te bouwen. De vierde nota ruimtelijke ordening extra is uit 1991 en dat is de laatste met een integrale visie geweest. Waarbij wel belangrijke projecten, 

Kop van Zuid in Rotterdam, het oostelijk havengebied in Amsterdam, op die instigatie wel ontwikkeld zijn. En ook natuurlijk de Vinex-wijken zoals we die kennen. Dus willen we echt die slag maken en niet in het moeras blijven steken, wat we nu zien van de woningbouwproductie, dan zal die centrale regie en die doorzettingsmacht echt moeten komen.

Amy: Komt dat er ook? Want je hebt laatst een overleg gehad, wordt dat wel breed gedragen, dat idee van “We moeten meer vanuit ruimtelijke ordening kijken”, komt er een vijfde extra aan?

Jack: Er is wel een pleidooi wat wij natuurlijk houden. Dan wordt er ook op het ministerie gezegd “Voordat we dat allemaal in wet- en regelgeving hebben…” Dat kan, maar dan zeg ik “We hebben ook nog zoiets als de crisis- en herstelwet, die we hebben gebruikt om veel dingen te realiseren in ons land, ook op gebied van infrastructuur. Benut dat instrumentarium ook al nu voor de woningmarkt.” Daarnaast heb je natuurlijk ook nog een stikstofdossier. Maxime Verhagen heeft er deze week nog een noodklok over geluid. Ook die afstemming moet plaatsvinden. Er ligt van hem een plan, wat hij ook heeft uitonderhandeld met LTO en Natuurmonumenten. Ik denk dat dat een hele goede optie is om ook echt beweging in die bouwproductie te krijgen.

Amy: Je zei al “Het hangt met heel veel dingen samen.” Zijn er nu nog andere dingen waarvan je zegt “Daar moet niet alleen de ruimtelijke ordening, maar dit moeten we afschaffen” of “Dit moet er echt gebeuren, willen we de volgende slag kunnen maken binnen de woningmarkt”?

Jack: Wat een belangrijke is, wat in het regeerakkoord staat, er moet wel redelijk rendement zijn. Of dat nou institutionele of particuliere beleggers zijn. Want diezelfde overheid vraagt natuurlijk nu best veel van degenen die huizen bezitten, namelijk met de hele verduurzamingsagenda. We willen de doelstellingen halen die we met elkaar hebben afgesproken, dus dan moet je ook in de woonomgeving verduurzamen. Daar hadden we deze week nog een debat over in de Kamer. Maar daar moet je dan wel middelen voor hebben. Want we zitten natuurlijk wel met wat we noemen de splitincentive. Dus de kosten van de verduurzaming zijn voor de verhuurder en de voordelen ervan, lagere energierekening, zijn voor de huurder. Je bent voor een woning toch al gauw 50.000 – 60.000 euro kwijt, wil je hem op het gewenste label brengen. Dat zijn best wel bedragen en dus is er wel iets van rendement nodig. We hebben laatst allemaal rekenvoorbeelden naar de vaste Kamercommissie van Financiën en Wonen gestuurd, ook naar het Ministerie van Wonen en Financiën waarin we aangeven – want dat is ook zo’n beeld: “Jullie betalen geen belasting” – hoeveel er eigenlijk afgaat en hoe relatief weinig een belegger overhoudt qua rendement. Als daar dan weer extra kosten bijkomen, die moeten wel ergens uit gefinancierd worden. Maar ook willen beleggers extra geld overhouden om te investeren, bijvoorbeeld in de transformatieagenda: kantoorgebouwen, schoolgebouwen ombouwen tot woningen. Dan moet je niet al het kapitaal aflonen. Er wordt nu natuurlijk ook veel gesproken over de fiscaliteit en het belasten van rendement. Maar we zeggen wel “Kijk ook naar operationeel rendement.” Want er is prachtige effectieve waarde van je vastgoed, maar als je een duur pand hebt in Amsterdam waarbinnen je drie woningen verhuurt in het gereguleerde segment en je zou belasten op de waarde van het pand, dan staat het in geen verhouding tot de huuropbrengsten. Dus rendement belasten, prima. Maar dan zeggen we wel “Dan wel het operationeel rendement.” Want dat zijn de inkomsten van de beleggen.

Amy: Ik heb ook gesproken met Yasin Torunoglu, wethouder van de gemeente Eindhoven. Hij heeft het ook over de opkoopbescherming in de stad en dat hij heel blij is dat die opkoopbescherming er is. Hoe kijk jij daarnaar?

Jack: Er zijn best excessen in de markt en daar hebben wij als Vastgoedbelang last van, de cowboys op de markt. Spelers die wel misbruik maken van de schaarste en belachelijke huurprijzen vragen. Woonwijken waar de sociale samenhang verdwijnt vanwege alle opkoop die daar plaatsvindt. Dus ook hier in Den Haag zeggen onze leden “In sommige wijken moet je dat echt doen, maar hou je dan wel aan de wet.” De wet geeft aan “Je moet het per wijk gericht aangeven met argumentatie waarom het daar nodig is.” Wat wij in de praktijk zien is dat sommige steden zeggen “Wij verklaren die opkoopbescherming geldend voor onze hele stad”, zoals in Amsterdam. “We nemen daar dan een woningprijs bij van 520.000 euro.” Dat is best een dure woning voor de politieagent, lijkt me. Dan maak je eigenlijk misbruik van die regeling. Dus daar vragen wij ook aandacht voor bij het ministerie van BZK, “Er is opkoopbescherming, dat kan in sommige wijken en sommige steden nuttig zijn. Wij willen ook dat het kaf van het koren gescheiden wordt, dus daarom zijn we ook voorstander van dat wetsvoorstel ‘goed verhuurderschap’ en een verhuurvergunning. We moeten echt de slechte spelers uit de markt weren, want daar hebben wij ook last van. Maar pas die opkoopbescherming wel toe zoals die bedoeld is in de wet.”

Amy: En als dat niet gebeurt, wat heeft dat voor effect?

Jack: Dan zet je de boel dus op slot. Dan kan iedere woning alleen maar voor een nieuwe eigenaar worden verkocht. Dan zul je ook zien dat bijvoorbeeld die verduurzamingsagenda heel lastig van de grond komt omdat iemand die iets koopt tegenwoordig, die krijgt maar een maximale hypotheek, afhankelijk van de taxatiewaarde. Er wordt natuurlijk streng naar je inkomen gekeken. Dus daar zit vaak niet extra ruimte in qua investeringen. Dan moet je al zelf het kapitaal meebrengen. Dat geldt niet voor starters op de woningmarkt, dat ze dat hebben. Die hebben eerder een studieschuld als ze beginnen. Dus heb je ook voor die aanpassing verduurzaming investering in het woningaanbod – al is het voor een tussenfase –  ook die rol van de beleggers nodig.

Amy: Eigenlijk is het wel van belang dat die particuliere vastgoedbeleggers er zijn omdat zij kunnen helpen bij de verduurzamingsopgave, zeg je?

Jack: Ja. En met het toevoegen van woningaanbod. Je hebt in Amsterdam tal van huizen, eerste etage, tweede etage en op de derde etage heeft iedereen een zolderkamer, wat dan gedeeld is. Dat is vaak geen effectieve ruimte. Dan worden daar drie woningen van gemaakt. Daar heb je dus wel kapitaal voor nodig om die investering te doen, maar dan heb je wel weer een extra woning erbij.

Amy: Ik heb in mijn vorig interview Merlyn van den Berg gesproken van HDN, het Hypotheken Datanetwerk. Zij zijn er vooral voor de koopwoningenmarkt. Zij heeft een doorgeefvraag voor jou, ze wil weten welke drie instrumenten jij ziet voor beleggers, gemeentes, investeerders om het middensegment ook te kunnen verbeteren. We hebben het misschien al een beetje genoemd, maar zijn er nog punten waarvan je zegt “Dat moeten we echt toevoegen”?

Jack: Wat van belang is: zorg dat je in een fiscaliteit zorgt dat er voldoende rendement is om ook investeringen te doen voor de verbetering van dat woningaanbod. Wij houden het pleidooi voor het Duitse model, maak met ons afspraken over de gereguleerde woningvoorraad, dat we die leveren, dat we voor 10-20 jaren huur daar vasthouden. In Duitsland, afhankelijk van het rendement, is er een compensatie van de overheid. Dus dat is een goed middel. En later komen tot integraliteit van maatregelen en niet de stapeling zoals we die nu zien met ook weer een WOZ-cap die ook weer inwerkt op de huurprijs en het rendement.

Amy: Zijn er andere punten waarvan je zegt “Dat moet ik nog echt benoemen bij dit onderdeel”?

Jack: Nee, ik denk dat we de meeste uitdagingen die nu op ons afkomen wel aan de orde hebben gehad.

Amy: Zijn er geluiden die je eigenlijk veel te weinig hoort in de markt? Want “Bouwen, bouwen, bouwen”, die spreek kent iedereen wel. Maar wat zou een nieuwe spreuk moeten zijn die we erbij moeten toevoegen?

Jack: Pak de bureaucratie aan. Dat zie ik met klanten die lokaal actief zijn en projecten willen ontwikkelen. Er zou al veel meer aanbod kunnen zijn, maar je bent 7-10 jaar bezig in dit land voordat je een project realiseert. Er is een heel groot ‘nimby’-gehalte, Not in my backyard. De inspraak is goed geregeld, maar wie heeft er geen stem in die hele discussies over bestemmingsplannen of projecten? Dat zijn de nieuwe bewoners. Daar moet dus veel meer aandacht voor zijn en ik zou dus zijn voor een versnelling van de procedures en dus die landelijke regie om de bouwproductie echt tot stand te brengen.

Amy: Je hebt zelf heel lang aan die andere kant gezeten. Wat is daarvoor nodig, om dat voor elkaar te krijgen?

Jack: Wat ik zei, het wettelijk instrumentarium met de crisis- en herstelwet ligt er eigenlijk al. Maak daar gebruik van. Ik liep zelf nog in de politiek rond toen we daarmee bezig waren. We hadden al jarenlange discussies in het land over de A4 Midden Delfland, dat werd van alle kanten tegengehouden, weer Raad van Staten houden. Die is er toen uiteindelijk met behulp van dat instrumentarium wel gekomen en heeft de ontsluiting hier in de randstad vele malen verbeterd. Soms moet je dus ook niet te veel naar de kalkoen kijken voor het kerstdiner, want als je ergens woont en je hebt een prachtig uitzicht, natuurlijk is je reactie dan “Not in my backyard.” Als iedereen dat zegt komen we in dit land geen streep verder.

Amy: We hebben al even een verwijzing gemaakt naar je politieke carrière. Je hebt ook de studie politicologie gekozen. Was dat een logische keuze, wist je eigenlijk al “Ik wil de politiek in, ik ga politicologie studeren”?

Jack: Aanvankelijk dacht ik over geschiedenis, want dat was wel één van mijn populaire vakken. Toen zei mijn geschiedenisleraar tegen mij “Ik zie jouw interesse in politiek en hoe je dat volgt, je moet eens bij politicologie gaan kijken. Ik denk dat dat een veel leukere studie voor je is.” Dus toen ben ik naar de voorlichtingsdag gegaan en ik vond het leuk. Een stukje economie zit erin, een stukje rechten zit erin, een stukje organisatiekunde zit erin, politieke stelsels en stromingen, communicatie. Ik dacht “Er zitten allemaal leuke dingen in, dus laat ik dat eens gaan doen.”

Amy: En de richting na je studie, was die al gelijk duidelijk voor jou?

Jack: Ik ben natuurlijk primair in de voorlichting en communicatie terechtgekomen en dat heeft er eigenlijk mee te maken, nadat ik mijn studie had afgerond moest je in die tijd nog in dienst. Ik wilde ook graag in dienst. Ik kende iemand die binnen defensie voorlichter/journalist was geworden, functiecode GX13. Dus ik heb aangeven bij defensie “Daar wil ik graag in aanmerking voor komen, want dat lijkt me een leuke functie.” Dan krijg je eerst je militaire opleiding, dan je functieopleiding op de KMA. Ik vond dat zo leuk dat ik mijn dienstplicht heb omgezet in een contract beroep voor bepaalde tijd.

Amy: Wat vond je er zo leuk aan?

Jack: Het is gewoon een hele mooie wereld waar veel gebeurt, waar de samenhorigheid groot is, waar een grote can-do mentaliteit is. Dus ik dacht “Ik wil hier wel langer in rond stappen.” Toen heb ik tijdens mijn defensietijd ook de NGPR-A opleiding gedaan en vervolgens in dat communicatievak gebleven. Daarnaast was ik politiek actief, na defensie ben ik de communicatie gaan doen van Philadelphia Zorg, een organisatie op gebied van zorgen voor mensen met een handicap. Ook een hele mooie en dierbare wereld. Toen kreeg ik in ’97 de kans om vak en hobby eigenlijk te gaan combineren, namelijk door voorlichter bij de Tweede Kamerfractie te worden. Die kans heb ik natuurlijk met beide handen aangegrepen.

Amy: Als je terugkijkt naar die tijd, wat is je bijgebleven?

Jack: Van welke tijd?

Amy: In de Tweede Kamer.

Jack: Ik kwam daarbinnen in de Tweede Kamer in ’97, het paarse kabinet, het CDA deden er natuurlijk helemaal niet toe. Met de verkiezingen in ’98 verloren we nog weer eens vijf zetels. We kregen het gedoe over dat leiderschap van De Hoop Scheffer. Dus het leek een kansloze zaak. Toen kwam natuurlijk Jan Peter Balkenende, die heeft mij weer teruggehaald. Wij zijn die campagne van 2002 gaan doen. Op dit moment is op tv de serie over Fortuyn, die ik natuurlijk met veel liefde kijk omdat ik die periode heel intensief heb meegemaakt. Het was een heel bijzonder jaar in de Nederlandse politiek met die vreselijke politieke moord. Ook natuurlijk de LPF die opeens zo groot in de Kamer kwam. Een kabinet dat er maar 87 dagen zat. Dat is een hele heftige periode geweest, maar ook wel bevoorrecht dat ik daar met mijn neus bovenop zat.

Amy: Je wordt de spindoctor genoemd, wat is het geheim van een goede spindoctor?

Jack: Een goede spindoctor moet goed ingevoerd zijn in de materie, denk ik, waar hij het over heeft. Dus dat is het politieke inzicht, maar ook de dossiers die aan de orde zijn. Ook politiek geheugen hebben om te kunnen zeggen “Dat zegt die partij nu wel, maar in het verleden zeiden ze dat.” Je moet natuurlijk een goed netwerk hebben onder journalisten en je moet voor hen ook een betrouwbare bron zijn. Op het moment dat je ze met een kluitje in het riet stuurt of een onecht verhaal vertelt, dan komen ze de volgende keer niet bij je terug. Dat had natuurlijk ook met de positie te maken die ik had. Ik was de politieke assistent van de premier, dat is natuurlijk wel interessant. Dus daar heb ik ook gewoon voordeel mee gehad, dat ik op een gegeven moment dat stempeltje opgeplakt kreeg van de spindoctor van Nederland. En het blijft bijzonder, ik ben al heel lang weg uit de politiek, nu al twaalf jaar.

Amy: Je hebt nog steeds de titel.

Jack: Ja, ik heb hem nog steeds en ik word ook nog steeds regelmatig gevraagd om dingen te analyseren en te becommentariëren waar het om de politiek gaat. Dus dat is leuk.

Amy: Heb je van iemand de kneepjes van het vak geleerd, of heb je het jezelf aangeleerd?

Jack: Het is natuurlijk door schade en schande wijs worden. Ik heb in die voorlichtingsperiode echt gewoon momenten gehad dat ik dacht “Heb ik dit wel goed aangepakt?”

Amy: Noem er eens één?

Jack: Het is natuurlijk heel spannend dat je op een gegeven moment ook voor een partijleider gaat spreken. In mijn geval begon dat met de Hoop Scheffer, dat je dan de volgende ochtend naar de deurmat toe rent om in de krant te kijken of het er wel goed staat, of je het wel goed hebt gedaan, of dat je toch weer iets te veel hebt verteld.

Amy: Is dat weleens gebeurd, dat je dat moment had van “Volgens mij heb ik hier iets…”?

Jack: “Dat had ik handiger kunnen doen.” Ja, die momenten zijn er ongetwijfeld regelmatig geweest. Maar de praktijk is toch wel de beste leerschool, wat dat betreft. Ik heb natuurlijk ook een tijdje mogen samenwerken in de fractie met Hans Hillen, een oud-journalist, daarna Kamerlid. Hij was ook zeer bedreven in “Hoe ga je om met de media?” Daar heb ik ook zeker weer dingen van geleerd. Maar ook iemand als Tom van der Lee, die hoofd voorlichting van GroenLinks was, een buitengewoon goede voorlichter. Dus je kijkt natuurlijk ook naar hoe je collega’s het doen. 

Amy: Zijn er ook mensen geweest die heel belangrijk zijn geweest voor de keuzes die je hebt gemaakt? Dat zijn misschien een paar open deuren, maar misschien mensen waarvan je denkt “Die hebben misschien achter de schermen wel een hele belangrijke rol gehad in mijn carrière”?

Jack: Uiteindelijk is dat toch ook je familie en gezin. Want ik heb wel keuzes gemaakt die natuurlijk heel intensief waren. Op het moment dat je in politiek Den Haag gaat werken, politiek assistent wordt, vervolgens een kabinet ingaat, dan vraagt dat best veel van je omgeving want je bent veel weg. Dat gaat 24/7 door. Dus uiteindelijk de steun die je uit familie en gezin haalt is wel randvoorwaardelijk om dat te kunnen doen. Daarnaast haal je je werkvreugde natuurlijk ook uit je collega’s, een leuk team voorlichters waarmee ik heb gewerkt. Het was natuurlijk een uphill battle om CDA weer aan de top te brengen. Fantastische mensen waarvoor ik heb mogen werken, Jaap de Hoop Scheffer, Jan Peter Balkenende, je trekt zo intensief met elkaar op, je moet elkaar wel goed liggen. Want je staat met elkaar op en je sluit de dag met elkaar af.

Amy: Je ziet ze waarschijnlijk vaker dan je vrouw op dat moment?

Jack: Zeker. En met Jan Peter was het zo, we belden altijd nog voor het slapengaan met elkaar. Mijn vrouw zei “Jullie hebben elkaar een hele dag gezien, waarom moeten jullie nog bellen?” Maar zo ging het wel, zeker.

Amy: Spreken jullie elkaar nu nog veel? Mis je hem ‘s nachts voor het slapengaan?

Jack: Nee. De politiek is best heftig, dat mis ik zeker niet. Jan Peter kom ik af en toe tegen, Jaap de Hoop Scheffer wat vaker. Het grappige is, toen ik voor hem werkte had hij twee jonge dochters. Maar zijn dochter is nu de moeder van een vriendinnetje van mijn dochter. Ze was klassenmoeder van de klas waar Eliza in zat. Jaap en Janine zijn de opa en oma, we wonen in dezelfde buurt, dus die kom ik regelmatig tegen. Dat is me bijzonder dierbaar.

Amy: Na je politieke carrière heb je de overstap gemaakt naar een commercieel bedrijf. Hoe was dat?

Jack: Ik had natuurlijk al wel een korte periode bij Boer & Croon gewerkt, dus commercieel bedrijf, uren schrijven, offertes maken, dat had ik al een beetje meegekregen. Maar dat is natuurlijk een hele andere werkelijkheid waarin je zit, want je moet het zelf verdienen, zelf je business binnenhalen, jezelf verkopen, je bureau verkopen. Maar dat is wel ook heel leerzaam geweest en het hele leuke was dat je natuurlijk ook bij verschillende bedrijven binnen kijkt van die sectoren waar je wat leert en hoe daar het management is. Dus na zoveel jaren in politiek Den Haag was het goed om ook dat weer aan mezelf te kunnen toevoegen qua ervaring.

Amy: Nu je beide werelden hebt gezien, wat vind je nou het mooiste aan beide werelden?

Jack: Toen ik politicologie ging studeren zei de hoogleraar “Politiek is vormgeven aan de toekomst van de samenleving.” Dat klinkt heel verheven, maar dat is natuurlijk wel zo. De politiek, uiteindelijk, met al zijn lek en gebrek, bepaalt wel de toekomst van het land. De toekomst voor onze kinderen, kunnen ze in welvaart en veiligheid opgroeien? We weten nu hoe actueel dat is en niet vanzelfsprekend. Ongeacht je politieke kleur, dat zijn allemaal mensen vanuit die motivatie die hun steentje willen bijdragen aan wat zij denken dat het beste is voor die toekomst. Dat blijft toch iets heel moois om daar onderdeel van te zijn en je eigen kleine bijdrage te leveren. Of dat nou was in de deelraad in Amsterdam, de gemeenteraad in Leiden dorp, of later in politiek Den Haag, dat blijft het mooie van de politiek. Het nadeel van de politiek nu, het is 24/7, de waan van de dag, er wordt heel erg op de man gespeeld. Dat mis ik er zeker niet aan, maar dat inhoudelijke en die betrokkenheid en daar deel van uitmaken, dat vind ik nog steeds een voorrecht, dat ik heb mogen doen.

Jack de Vries, Voorzitter van Vastgoed Belang achter de microfoon na afloop van het interview met Amy Reijgersberg van Leaders in Wonen.

Amy: Je zei “Dat vroeg heel veel van mijn gezin.” Hoe heb je dat destijds gedaan?

Jack: Vanaf het moment dat we kinderen kregen was vrijdag altijd wel mijn papadag. Dan ben je met de kinderen thuis, daar weet je alles van. Op een gegeven moment gaan ze naar school, dus dan is het primair de middag. Maar ook toen ik staatssecretaris was heb ik dat wel volgehouden, om dat te doen. Dan denk je dat je het heel goed doet, maar op een gegeven moment, na mijn scheiding zei mijn jongste zoon een keer tegen me “Papa, ik zie je nu meer dan toen je nog thuis woonde.” Dat is wel een heel veelzeggende uitspraak. Ik was er wel, maar ik was natuurlijk toch nog druk en met mijn telefoon bezig. Wat ik daarna met mijn zoons heb opgebouwd qua band en dingen die we samen deden, daar had ik wel even een inhaalslag te maken.

Amy: Als je kijkt naar hoe je zelf bent opgegroeid, je bent in Drachten opgegroeid, wat vind je typisch uit die regio wat jij hebt meegekregen in je opvoeding?

Jack: Ik kom natuurlijk een beetje uit de traditionele gereformeerde zuil, dus de christelijke school, mijn ouders in de CDA, we hadden de NCRV-gids, dagblad Trouw, dus zoals vroeger Nederland georganiseerd was. Mijn ouders waren zeker niet politiek actief, maar wat ze wel allebei hadden was een grote maatschappelijke betrokkenheid met vrijwilligerswerk op school, als leesmoeder actief in de kerk, evangelisatiewerk, oog voor mensen die het minder hadden. Dus die maatschappelijke betrokkenheid en het besef “Je bent er niet alleen voor jezelf, maar je moet ook iets voor een ander doen en voor de samenleving.” Mijn vader was een groot fan van Kennedy, die dat natuurlijk ooit zei, “Vraag niet wat de overheid voor jou kan doen, maar wat jij voor dat land kan doen.” Dat is wel een element wat ik nadrukkelijk heb meegekregen in mijn opvoeding.

Amy: Wat geef je zelf mee aan je kinderen?

Jack: Ook wel datzelfde. Dat het heel belangrijk is om niet alleen voor jezelf te leven, maar ook oog en oor voor anderen te hebben. Dat geld verdienen leuk is, maar niet zaligmakend. Het is natuurlijk prachtig om te zien hoe je kinderen zich ontwikkelen, die zoons van mij zijn nu 21 en 19, wat voor weg ze inslaan en hoe ze in het leven staan. Dan ben ik een supertrotse papa.

Amy: En hoe staan ze in het leven, wat valt je op als je nu kijkt naar de jeugd?

Jack: Er komt natuurlijk heel veel op de jeugd af qua verleidingen en zo en internet en al dat soort dingen die we in onze jeugd niet hadden. Hoe blijf je gemotiveerd? Ga je ook goed een studie doen en je daarvoor inzetten? Maar het mooiste vind ik dat ze ook gewoon hele sociale mensen zijn. We hebben nu een samengesteld gezin, dus er is er ook één van twaalf en één van tien en ik heb een dochtertje van zeven. Als ik zie hoe die oudste jongens altijd tijd en aandacht hebben voor die andere kinderen, altijd bereid zijn om een spelletje te doen, ze hebben nu een rijbewijs om mee te gaan naar de manage of naar de hockey of noem maar op, dat is ondanks het feit dat ze niet meer thuis wonen toch op die momenten, die weekenden dat ze er zijn één gezin vormen en het ontzettend goed hebben met elkaar, dan hebben we het goed voor elkaar.

Amy: Ja, mooi! Jouw privéleven is ook best veel in het nieuws geweest. Hoe ga je daarmee om als spindoctor of communicatieman in de communicatie? Want dat lijkt me niet altijd makkelijk.

Jack: Nee. Dat is echt wel een keerzijde. Het was natuurlijk een hele heftige periode in 2010, toen naar buiten kwam dat ik een relatie had met Melissa. Dan ben ik opeens doelwit van de roddelbladen, dan word je achtervolgd door fotografen, liggen er camera’s in de bosjes. Dus dan voel je je echt wel opgejaagd wild. Dat is gelukkig rustiger geworden. Dan ben je dat weer even kwijt. Uiteindelijk is Melissa natuurlijk in 2017 overleden, dat was natuurlijk buitengewoon heftig, je hebt op dat moment samen een dochtertje van twee. Toen heb ik ook gezegd “Ik moet mijn leven nu echt anders inrichten.” Dus nevenfuncties die ik had heb ik opgezegd, het was puur het gezin, de kinderen en mijn werk bij Hill+Knowlton. Dan weet je wel echt wat de prioriteiten zijn in je leven. Dan leer je trouwens ook heel erg kennen hoe belangrijk vriendschappen zijn en mensen die je steunen. Dus dat was een verdrietige tijd, maar ik heb er ook wel hele mooie dingen uit opgedaan. Maar op het moment dat je een publiek figuur bent, en ik ben na mijn aftreden nog bekender geworden als toen ik staatssecretaris was, ik heb natuurlijk ook een tijd de wereld door gedaan, dat helpt daar ook in mee. Dat heeft ook een keerzijde. Want alles wat er gebeurt komt weer in de schijnwerpers te staan en leidt weer tot media-aandacht. Ik weet hoe het werkt, ik kom zelf uit de voorlichting, ik heb met dat bijltje gehakt. Maar ik kan niet ontkennen dat het soms natuurlijk vervelend is.

Amy: Het is natuurlijk anders als het gaat over zakelijke aspecten of als het gaat om persoonlijke situaties die in één keer voor heel Nederland zichtbaar zijn.

Jack: En zeker als je kinderen erbij betrokken worden, dat is echt wel een grens. Dat wil je niet, je denkt gewoon met je zoon naar de voetbal te gaan en vervolgens worden daar ook foto’s gemaakt. Dan heb je zoiets van “Ik ben degene die hier verantwoordelijk voor is, pak mij aan, spreek mij aan. Maar blijf weg van mijn kinderen.”

Amy: Ja, dat snap ik heel goed. Je zei al dat je een samengesteld gezin hebt, als de jongens thuis komen is het ook gewoon echt een samengesteld gezin waarin iedereen met elkaar opschiet. Hoe manage je dat?

Jack: Het is één grote logistieke operatie bij ons thuis, natuurlijk.

Amy: Ja, dat kan ik me voorstellen!

Jack: Emilie is daar een kei in en onvermoeibaar om dat allemaal te combineren. We hebben er onszelf ook nog een uitdaging bij gegeven door ook nog een paard te hebben waar iedere dag op gereden moet worden en de stal moet worden uitgemest. Dat laatste is dan mijn taak daarin. Maar dat geeft ook weer energie. Dus de weekenden dat alle vijf kinderen er zijn, die zijn zeker druk. Dan doen we ook allemaal sporten en activiteiten. Maar we hebben het ook zo gezellig met elkaar. We gaan ook met z’n allen op vakantie, ondanks de leeftijdsverschillen gaat dat heel goed samen. Dus daar haal ik ook weer veel energie uit en ik ben natuurlijk ontzettend blij dat Eliza in Emilie weer een fantastische nieuwe moeder heeft gevonden en dat ook zo beleeft.

Amy: Ik ben nog wel benieuwd wat jouw eerste zelfstandige woning was?

Jack: Zelfstandige woning?

Amy: Nadat je het ouderlijke huis verliet.

Jack: Ik ben eerst bij een hospita gaan wonen in Amsterdam toen ik ging studeren. Vervolgens een etage kunnen delen met een studiegenoot. En eindelijk na zoveel jaren met een urgentiebewijs in Amsterdam kwam ik in aanmerking voor een sociale huurwoning. Dat werkte in die tijd ook al wel dat je via zo’n housing service 10.000 gulden kwijt was voor inventaris om die woning te krijgen, dus daar ging mijn hele zilvervloot. Maar toen had ik vervolgens wel een woning in de Eerste Helmersstraat voor 360 gulden huur, één etage. Dus dat was natuurlijk perfect. Ik denk dat die woning nu aanmerkelijk duurder is, als je daar gaat kijken. Dus Eerste Helmersstraat via urgentiebewijs is eigenlijk mijn eerste zelfstandige woning.

Amy: Welke toegevoegde waarde wil jij hebben in de samenleving of voor de woningmarkt op dit moment?

Jack: De lobby werkt beide kanten uit. Dus ja, ik beïnvloed het beleid en probeer daar een bijdrage aan te leveren ten aanzien van de propositie van de particuliere beleggers en ook intern natuurlijk richting je leden vanuit de kennis die je hebt van wat er in de samenleving gebeurt en wat er in de journalistiek gebeurt en wat er in de politiek gebeurt blijven benadrukken dat het nemen van die maatschappelijke verantwoordelijkheid een belangrijke is. En dat we met elkaar de misstanden die er zijn moeten willen bestrijden. Mijn ambitie is echt dat Vastgoedbelang wordt gezien als de witte raaf van de sector, van goedwillende mensen die met wat zij doen goede woningen bieden en voor mensen goede verhuurders zijn. Daarnaast met het stukje rendement ook wat kunnen opbouwen voor hun oude dag.

Amy: Ik zeg altijd de volgende zin en dan mag jij hem afmaken. Wonen in 2030…

Jack: Zal nog steeds een uitdaging zijn om iedereen tevreden te stellen.

Amy: Je zegt dat met een diepe zucht!

Jack: Ja, ik zat natuurlijk even te rekenen, we zitten in 2022, we hebben nog acht jaar. We hebben de ambitie om een miljoen woningen te gaan bouwen, honderdduizend per jaar. Met het stikstofprobleem, maar nu ook met de problemen met de bouwmaterialen, ook vanwege de oorlog is het maar de vraag of we die ambitie zullen halen. Met de migratie die ook nog stijgt. En ik zeg dat met een zucht, over acht jaar is Johan 29 en Timon 27. Dat zijn dan waarschijnlijk de starters op de woningmarkt en hebben zij dan kans op die woning? Dus één van mijn ambities is om in de rol die ik heb bij Vastgoedbelang een bijdrage te leveren zodat die productie er wel komt, met behulp van de particuliere beleggers, zodat zij straks hun woning hebben.

Amy: Dankjewel voor dit mooie gesprek waarin je heel open bent geweest en waarin je vol energie je ambities uitspreekt voor Vastgoedbelang en ik denk dat we een mooi iemand aan boord hebben gehaald om die belangen ook neer te zetten in Den Haag. Heel veel succes de komende tijd met je rol bij Vastgoedbelang en alle andere dingen die op je pad komen!

Jack: Dankjewel, het was leuk om te doen!

Amy: Leuk dat je luisterde naar de podcast Leaders in Wonen. Voordat we afsluiten wil ik graag de partners van deze podcast bedanken: Calcasa en RNHB en Quion. Vergeet je niet te abonneren bij Spotify of Apple, tot de volgende aflevering!

Recente reacties