#19 Yasin Torunoglu

Transcriptie: Yasin Torunoglu

Amy: Welkom bij de podcast Leaders in Wonen. Ik ben Amy en ik ga in gesprek met de leiders in de woningmarkt. Waarom? Omdat wonen iedereen raakt. Veel thema’s in de woningmarkt vragen om een oplossing, daarom ga ik op zoek naar de antwoorden van de leiders. Bovendien wil ik deze mensen leren kennen. Wie zijn het eigenlijk en wat drijft ze? Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door onze partners CalcasaQuion en RNHB.

Amy: Vandaag ga ik in gesprek met Yasin Torunoglu, wethouder wonen, wijken, werk en ruimtelijke ontwikkeling van gemeente Eindhoven. Yasin is opgegroeid in Eindhoven en heeft na de MBO de HBO afgerond en vervolgens studeerde hij internationale bedrijfscommunicatie in Nijmegen. Hij startte zijn carrière bij de Jonge Socialisten binnen de PvdA Amsterdam als landelijk bestuurslid promotie en doelgroepen. Vervolgens ging hij werken als gemeenteraadslid van de PvdA. Yasin heeft daarna twee jaar als managementtrainee gewerkt bij Essent en is in 2013 genoemd als wethouder voor de gemeente Eindhoven. Yasin is 39 jaar, getrouwd, hij heeft een dochter en in zijn vrije tijd houdt hij van koken en reizen. Welkom bij Leaders in Wonen, leuk om hier in Eindhoven in het stadhuis in gesprek te gaan met jou, Yasin!

Yasin: Dankjewel!

Amy: Voordat we starten over de woningmarkt zou ik eerst iets over jouw carrière pad willen vragen. Zou je mij mee kunnen nemen in het pad wat je tot nu toe hebt bewandeld?

Yasin: Dat is een hele grote vraag die je stelt! Even de politieke lijn en dan moet je daarna maar kijken of je meer wil weten. Ik ben op mijn 24ste politiek actief geworden als raadslid en daarvoor was ik al maatschappelijk betrokken in de wijk waar ik woonde, waar we heel graag een trapveldje wilden omdat we ons als jeugd verveelden. Daar hadden we een hele fijne politieagent, meneer Jan de Ridder, die ons heeft geholpen om bij de gemeente aan te kloppen om ervoor te zorgen dat er een trapveldje zou komen. Dat veldje hebben we genoemd naar hem, het heet het Ridderveldje. Iedereen van mijn generatie kent dat veldje omdat we dat toen samen hebben gerealiseerd en dat heeft mij maatschappelijk bewust gemaakt. Uiteindelijk kwam ik in 2006 als raadslid in de gemeenteraad en daarna, in 2013, werd ik wethouder. The rest is history.

Amy: Dat is de basis geweest, dat trapveldje. Zijn er andere dingen geweest die van invloed zijn geweest op de keuzes die je hebt gemaakt?

Yasin: Zeker. Ik was een jongen die heel graag de vooroordelen wilde doorbreken, want ik heb een migratieachtergrond. Dan krijg je – althans in die tijd – ook heel snel een stempel dat je in een bepaald hok behoorde en dat je je daartoe had te gedragen. Daar had ik niet zo’n zin in, dus ik was altijd wel een dwarse. Daardoor heb ik mezelf ook wel – om even een term van Rutte te gebruiken – altijd ingevochten en ben ik altijd op zoek gegaan naar gelijkwaardigheid en vanuit daar ook mezelf te bewijzen. Want ik ben vaak ook wel onderschat geweest op wat ik zou kunnen. Dat heeft mij heel erg de drive gegeven, ook als wethouder, om echt te laten zien dat ik een goed stel hersenencapaciteit heb waarmee ik eender welk thema goed aan kan pakken. Vanuit mijn jeugd en uit de wijk waar ik vandaan kom heb ik ook heel erg gezien dat het leven niet vanzelfsprekend voor iedereen optimistisch is. Dat heb ik altijd in mijn achterhoofd bij de keuzes die ik maak waarbij ik aan de ene kant het optimisme iedereen gun, maar daarbij ook oog heb voor degenen voor wie dat niet zomaar op hun pad komt.

Amy: Je zei “Die drive heb ik heel erg in me”, dat is ook heel erg te zien in je opleiding, dat je je echt hebt opgewerkt. Eerst commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen, internationale bedrijfseconomie, het zijn hele andere achtergronden als dat je hier misschien op het gemeentehuis ziet qua studie.

Yasin: Ja, dat is ook typisch iets van uit een omgeving komen waarin je ook wel vanuit een ander perspectief naar je loopbaan kijkt. Mijn vader was een fabrieksarbeider bij DAF. Eigenlijk was de hele wijk ofwel werkzaam bij DAF of bij Philips of bij een ander productiebedrijf. Alle kinderen kregen mee “Je gaat ervoor zorgen dat je studeert en als je studeert wordt het een kantoorbaan.” Dus ik kwam uit bij banken en verzekeringen, want dan zou ik achter een loket zitten. Dat was echt de slechtste studiekeuze die ik kon maken. Ik heb me echt door die studie heen moeten worstelen. Maar het was ook wel leerzaam want ik heb daar ook heel erg gezien wat een verkeerde studiekeuze kan doen met een jongen. Want ik was één van de weinigen die wel de discipline had om het af te maken. Er waren er ook een hele hoop die afgevallen waren. Toen durfde ik op Hbo-niveau wel te kiezen voor iets waar mijn interesse lag, namelijk de wereld ontdekken. Toen kwam ik uit bij International Business and Languages. Dus ik mocht talen leren en ook nog reizen. Dat was wel heel gaaf, want toen kwam ik echt in een fase waarin ik mezelf kon ontplooien. Dat heeft me heel veel gebracht. Dus aan de ene kant de push van thuis uit om te kiezen voor een kantoorbaan en niet voor iets met je handen en daarna ook een keuze maken op basis van je eigen interesses, die twee werelden hebben mij wel heel erg verrijkt en een stevige basis gevormd voor mij.

Amy: Je hebt nu al lange tijd binnen de gemeente gewerkt. Waarom paste de rol binnen de gemeente zo goed bij jou?

Yasin: Ik heb een enorme drive om maatschappelijke vraagstukken op te pakken en dat heb ik ook als raadslid heel erg gedaan. Toen kwam ik heel erg op voor onderwijs omdat ik zag dat jongeren met een migratieachtergrond of/en met een sociaal economische kwetsbare positie niet per se altijd op waarde werden ingeschat. Er werd eerder gekozen voor de veilige weg dan voor de uitdagende weg. Dat kostte een hele hoop talenten en daar heb ik me heel erg voor ingezet in mijn periode als raadslid en het afgelopen jaar als wethouder heel erg maatschappelijk, bijna activistisch, op deze stoel van wethouder door me in te zetten om op die woningmarkt gelijke kansen te creëren, maar ook te kijken hoe de leefbaarheid van de wijken op een goede manier vorm krijgt waardoor de jeugd en de mensen wel kansen krijgen, ondanks het feit dat ze misschien in een wat meer kwetsbare wijk wonen. Dus ik ben altijd wel activistisch geweest omdat ik graag op wil komen voor de groep die niet vanzelfsprekend de kansen krijgt of de kansen weet te pakken die ze voorgelegd krijgen.

Amy: Je bent ook in aanmerking gekomen voor een zetel in de Tweede Kamer. Was het een lastige keuze destijds?

Yasin: Nee, het was voor mij echt een no-brainer. Ik was net een paar maanden wethouder en ik had het met mezelf afgesproken – ook ingegeven door de vooroordelen, want niemand had het gedacht – ik werd wethouder een jaar voor de verkiezingen van de gemeenteraadsverkiezingen en mijn partij, de PvdA, stond er toen al niet al te florissant voor. Dus ik was min of meer al door een hele hoop andere partijen afgeschreven van “Na een jaar kan de PvdA echt niet meer terug en hij al helemaal niet.” Mijn missie was toen “Ik wil de beste wethouder ooit worden.” Ik ging volle bak de stad in om ervoor te zorgen dat ik mensen zou bereiken die ik zou meenemen in de vaart der volkeren. Dus voor mij was het echt een no-brainer om niet die Tweede Kamer in te gaan omdat ik het echt super gaaf vond om met de poten in de modder te staan.

Amy: Trekt die landelijke politiek je nog?

Yasin: Nu ik aan het einde van mijn wethouder carrière ben merk ik dat mijn politieke vuur niet uitgedoofd is. Alleen, ik zie wel een enorme kloof tussen het debat op landelijk niveau en de dagelijkse praktijk van een inwoner. Aan de ene kant kriebelt het, dat ik denk “Ik moet echt die landelijke politiek in om in ieder geval de bruggen te bouwen”, maar aan de andere kant merk ik ook wel dat ik een beetje zelf afgeknapt raak op de Haagse theaters die je hier van tv mag aanschouwen, dat ik denk “Ik wil geen onderdeel uitmaken van dat schouwspel”, omdat ik ook graag dingen wil oplossen en niet kritisch wil zijn op een kabinet of alle plannen fantastisch ga vinden, want het leven is niet zo zwart-wit; het is ontzettend grijs. Juist in dat grijze gebied acteren geeft mij in ieder geval heel veel voldoening. Dus ik ben een beetje zoekende naar wat hierna. Maar die politieke drive zit daar zeker nog wel in.

Amy: Je zegt “Ik vind het ook heel mooi om juist de inwoners mee te nemen en met die drive die kansen te bieden.” Hoe zorg je voor de verbinding met de inwoners en mensen op straat?

Yasin: Dat is heel simpel, ik heb een prioritering in mijn agenda. Want ik word natuurlijk als wethouder op heel veel fronten gevraagd om deel te nemen – of het nu in bestuurlijk overleg van de VNG is, G40 of één of andere denktank, noem maar op – voor je het weet kun je je agenda helemaal vullen met een hele hoop clubjes waar je aan deel kunt nemen om mee te denken of vergaderingen waar je aan kunt deelnemen. Dan heb ik het niet eens over alle lokale vergaderingen die je met elkaar kunt beleggen, of dat systeemwereldje, dat kan je zomaar naar binnen zuigen. Ik heb altijd geprobeerd om daar juist heel actief buiten te blijven. Dus voor mij heeft die inwoner altijd prioriteit. Woensdag is mijn wijk-dag, dat probeer ik al heel lang vol te houden, sinds 2013 is dat bekend. Ik moet toegeven dat het de afgelopen twee jaar door corona minder consistent is dan voorheen, maar ik ga wel minimaal één keer in de week de wijk in. Alle voorzitters van de bewonersorganisaties hebben mijn telefoonnummer, mensen die met een maatschappelijk probleem zitten en mij benaderen weten mij via Facebook of via Instagram of via de netwerken in de stad te bereiken. Dus ik heb echt het idee dat ik het afgelopen jaar een heel breed netwerk in de stad heb opgebouwd waardoor ik ook wel een heel goed gevoel heb bij wat er speelt in de samenleving. Dat is echt kicken, dat is echt supergaaf om de vertaling te maken van de dagdagelijkse levens van mensen naar een systeemwereld om te kijken hoe je daar de problemen kunt oplossen. Zo is dat initiatief rondom de tijdelijke woningbouw ook gekomen. Ik merkte aan de gesprekken die ik in de stad had, als ik ging vertellen over het feit dat we in 2030 duizenden woningen hadden gebouwd, dat vonden mensen wel fantastisch, maar ik kreeg ook vaak de vraag “Yasin, het is fijn dat je in 2030 zoveel woningen gaat bouwen, maar ik zit nu met een woonprobleem”, of “Mijn zoon/dochter zit nu met een woonprobleem, hoe gaan we dat oplossen?” Als ik met die vraag onze systeemwereld inging van de gemeente, van de provincie, van de rijksoverheid, maar ook de gesprekken met bouwers, corporaties, het maakt eigenlijk niet uit, daar konden we heel moeilijk een antwoord op formuleren. Dat was wel mijn enorme drive om te kijken “Hoe kun je naast de grote opgave van de toekomst in het hier en nu ook met een oplossing komen?” Want mensen zitten nu in de knel.

Amy: Dit is iets wat je terugkreeg van de mensen, misschien is het goed om even een kader te schetsen van hoe de woningmarkt er in Eindhoven voorstaat.

Yasin: Heftig. Ik ben een geboren en getogen Eindhovenaar. Het is wel gaaf dat je in je eigen stad ook wethouder mag zijn. Het is fantastisch om ook aan de toekomst van je stad te werken. Tegelijkertijd zit er ook een hele grote verantwoordelijkheid in, want ik blijf gewoon wel altijd een Eindhovenaar, dus ik kan ook aangesproken worden op beleid van de afgelopen 8-9 jaar. Helaas heb ik moeten constateren dat in de afgelopen jaren die woningmarkt van Eindhoven ontzettend op zijn kop is gaan staan. Als je kijkt naar wat de huizenprijzen in de afgelopen vijf jaar hebben gedaan, bijvoorbeeld, het is gemiddeld 180.000 € duurder geworden. Een gemiddelde woning in Eindhoven kost nu vier ton, afgerond. Terwijl, even voor de perceptie, toen ik in 2011 net afgestudeerd was en een woning op de woningmarkt zocht kon ik vrij snel een koopwoning – weliswaar gesubsidieerd – via de woningbouwcorporatie kopen voor 140.000 € en ik had een hypotheek van ongeveer 450-500 € dat ik maandelijks moest aflossen. Dat was prima, dat was een fantastische start van mijn woon carrière. Dat kan je nu, in deze tijden en in deze stad, totaal vergeten. Dus een woning is gemiddeld vier ton, als je dan kijkt naar een modaal gezin in Eindhoven, dat verdient ongeveer 35.000 €, dat kan 163.000 € hypotheek krijgen. Dus er zit gewoon een enorm gat, als je het hebt over de waarde van een woning en wat je kunt lenen. Als je kijkt naar de slaagkans op de sociale huurwoning, dat was in 2017 6,9% en in 2020 is dat bijna gehalveerd naar 3,8%. Dat doet mij ontzettend veel pijn. Dit zijn slechte cijfers, maar er zitten een hele hoop verhalen achter. Ik krijg heel vaak mails, dat is ook wel het mooie als je zo diep in de samenleving zit, mensen weten je ook wel te vinden. Wat mij het meeste raakt zijn de verrassende mails van mensen van wie je het niet verwacht. Zo had ik twee maanden terug een mail op een zondagmiddag van een ontzettend verontwaardigde dame, een student, ze heet Elske. Ze was zo kwaad over wat er gebeurde in de studentenwoning waarin zij woonde, een kamergenoot was afgestudeerd, was driekwart jaar op zoek gegaan naar een woning om door te stromen, dat is niet gelukt. Die is noodgedwongen terug moeten verhuizen naar Os terwijl wij in deze stad de talenten willen binden omdat we ze hard nodig hebben voor onze economische ontwikkeling. Dus daar ga je al mank. Vervolgens komt een kamer vrij van 14 m2 voor 500 €; een belachelijke prijs-kwaliteitverhouding. In twee dagen kwamen daar 352 reacties op, ze zei “Dan moeten die 352 kandidaten ook hun uiterste best doen om op te vallen tussen de stapels aan reacties die er komen. Dus iedereen is wanhopig creatief en wij als huisgenoten denken ‘De kans dat je deze woning krijgt is minimaal’; het zijn alleen maar verliezers op dat moment.” Dat raakt mij wel omdat ik denk “Het is wel mijn stad; we willen die talenten in deze stad behouden, we willen jeugd de toekomst geven, maar kijk eens wat de situatie op de woningmarkt is.” Dan probeer je je best te doen om binnen je beïnvloedingssfeer de urgentie van de woonproblematiek aan te kaarten, maar aan de andere kant ook daadwerkelijk dingen op te pakken waarmee je het probleem wat probeert op te lossen. Maar de woningmarkt al met al is in Eindhoven echt ongekend veranderd, deels door landelijk beleid, maar deels ook door onze economische groei.

Amy: Ik ben wel benieuwd, wat zijn de stappen die je dan als wethouder kan maken?

Yasin: Wat we proberen is het bouwproces te versnellen. Dat probeert heel Nederland, dus daarin zijn we niet uniek. Maar we proberen wel te leren van andere steden om ook zelf dingen te ontdekken. We proberen zoveel mogelijk de productie te verhogen, dus ook in de komende jaren zodat je ook echt wel duizenden woningen erbij gaat krijgen. Dat gaat ook wel lukken, de piek verwachten we in 2024-25-26. Onze inspanningen van de afgelopen paar jaar hebben op middellange termijn echt wel hoopvolle resultaten die op ons af gaan komen, dus daar kijk ik wel naar uit. Waar we het net over hadden, juist met dit soort verhalen – en ik heb er echt meerdere – een ander verhaal dat me heeft geraakt is van een moeder waarvan de zoon noodgedwongen naar België is verhuisd terwijl het een Eindhovenaar is. Dat wil ik echt niet in mijn stad. We moeten kijken naar “Hoe kun je op korte termijn interventies plegen?” Dat is waarom ik zo superblij ben met onze aanpak rondom de verplaatsbare woningbouw, het tijdelijke plaatsen op bepaalde braakliggende terreinen in de stad. We hebben in acht maanden tijd 300 studentenwoningen uit de grond gestampt. We zijn nu bezig op de Castiliëlaan, daar is een stuk braakliggende grond waarvan we dachten “Dat is een toekomstige strategische ontwikkellocatie.” Daar kun je nog heel lang mee wachten of je kunt het gewoon nu verzilveren door daar gewoon 700 woningen mogelijk te maken binnen twee jaar, dat daar die woningen gaan komen. Zo zijn we nog steeds bezig om te kijken naar “Zijn er onbenutte plekken die we in kunnen zetten om zo snel mogelijk tijdelijke woningbouw te realiseren?”

Amy: Wat verwacht je daarvan? Hoeveel onbenutte plekken zijn er mogelijk nog?

Yasin: Er zijn er volgens mij wel duizenden. Alleen, het vergt wel politieke keuzes en dat is soms heel lastig. Kies je voor het groen of kies je voor een urgentie van de woningbouw? Kies je voor het intact houden van een milieusanering of kies je voor de urgentie van de woningbouw? Zo hebben wij echt op heel veel plekken heel veel dilemma’s en politieke keuzes die gemaakt moeten worden. In ieder geval is mijn doel om in deze coalitieperiode nog extra 500 plekken te benoemen waarvan we zeker weten dat we er minimaal 500 extra kunnen toevoegen aan tijdelijke woningbouw en dat moet dan naar mijn mening ook echt binnen een jaar gerealiseerd worden. Anders is het geen korte termijn interventie. Ik hoop dat de politieke discussie, maar ook de maatschappelijke discussie iedereen een besef gaat geven dat het probleem op de woningmarkt niet een probleem is van alleen een woningzoekende, maar een probleem is van ons allemaal. Het is echt een maatschappelijk probleem. Dat betekent dat we allemaal een beetje water bij de wijn moeten doen. Als we die bereidheid hebben denk ik dat er ook echt wel meer dan die 500 woningen toegevoegd kunnen worden in de stad in de komende 2-3 jaar. Daar ben ik heel hoopvol op.

Amy: Hoe krijg je dat voor elkaar? Want ik kan me voorstellen, als je al een huis hebt, dat je denkt “Ik zie de waarde van mijn huis steeds verder stijgen, ik zit eigenlijk prima.” Hoe kun je ervoor zorgen dat het ook echt een gedragen probleem wordt door iedereen?

Yasin: Wat ik probeer is woonverhalen op te halen, situaties van mensen op te halen die in schrijdende situaties zitten en dat ook breder te vertellen, omdat iedereen dit soort verhalen herkent. Het hoeft niet per se in je directe leefomgeving te zijn, al is het een neef, een kennis of een dochter of een zoon van een kennis, de buren die problemen hebben; iedereen kent echt wel iemand die een woonverhaal heeft wat schrijdend is. Juist door dat soort verhalen symbolisch te maken voor de maatschappelijke opgave kun je bereidheid bij mensen vergroten om ook inderdaad op dat treintje achter, wat nu leeg staat, de verplaatsbare woningen voor de tijdelijkheid toe te laten of open te staan voor verandering en dat er permanente woningen komen. Ik denk dat we de discussie over de woningbouw meer moeten depolitiseren en veel meer maatschappelijk moeten maken omdat het probleem niet meer alleen politiek is; er is ook een hele grote maatschappelijke opgave. Ik vergelijk het soms ook met een Tetris-spel. We hebben heel veel mensen die een plek nodig hebben en de blokjes moeten precies goed vallen om binnen die bestaande stad te kijken hoe je zoveel mogelijk mensen kunt huisvesten zonder dat je afbreuk doet aan het wooncomfort van een ander. Alleen, als je aan het begin van het spel bent heb je heel veel tijd om die blokjes nog af en toe een beetje te veranderen en te kijken “Wat past nu hier?” Maar we zitten nu in een fase waarbij die blokjes heel snel naar beneden vallen omdat de urgentie op de woningmarkt ontzettend groot is. Dat vraagt echt om een andere manier van afwegingen maken en dan moet je wel de bereidheid van iedereen vinden. Dus van een buurtbewoner, maar ook van een woningbouwcorporatie en ook van de projectontwikkelaar, ook van een lokale overheid en ook van een landelijke overheid die echt in deze tijden van crisis fundamenteel anders met elkaar gaan samenwerken.

Amy: Wat ik wel mooi vind, je noemt de Tetris-blokjes. Als je zelf aan de knoppen zit kan je snel sturen, maar het moeilijke hieraan is dat je natuurlijk met anderen moet schakelen om snel de knopjes in te drukken. Dat zei Marja Appelman ook in een gesprek, het is heel moeilijk om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Je hebt met zoveel anderen in de woningmarkt te maken, hoe zorg je er dan ook voor dat je snel kan schakelen met die andere partijen? Hoe krijg je ze mee in je plannen?

Yasin: Dat is eigenlijk mijn grootste uitdaging. Voor mij begint het wel bij het fundament; we hebben het over de woningmarkt. Dat is een veronderstelde marktwerking waarvan we denken dat het voor de inwoner, voor de consument een positief effect gaat hebben. Als je nu gaat kijken naar de uitwasser van de marktwerking zie je dat die aantoonbaar mislukt momenteel in de dynamiek. Want er is een ontzettend ongelijk speelveld: mensen met hele diepe zakken en mensen zonder zakken. Je ziet dat het leidt tot prijsopdrijvende werking en ook helaas heel veel speculatieve aankopen. Dus we zijn bezig met de toekomstige hypotheken onder water te creëren met elkaar. Terwijl, toen ik net 2013 wethouder was zaten we middenin de crisis en het was een enorm probleem. Want mensen gingen scheiden en ze zaten met hypotheken onder water, ontwikkelaars vielen om, bouwers vielen om, etc. Als je kijkt naar de marktwerking van nu zitten we exact in die voorfase van de vastgoedcrisis waar we tussen 2008 en 2012 hebben gezeten. Mijn fundamentele statement is dat we af moeten van het marktwerking denken en toe moeten naar volkshuisvesting. Het is een maatschappelijk probleem waar we echt regie op nodig hebben vanuit de overheid. Het klinkt gek, maar ook als lokaal bestuurder vind ik dat rijksoverheid daar echt een hele belangrijke rol in heeft te spelen. Aan de ene kant door scherpe prestatieafspraken te maken met lokale overheden, de provincies op een heldere manier te positioneren zodat het ook duidelijk is welke rol de provincie heeft, maar de lokale bestuurders – dus ook de wethouders – veel meer instrumenten in handen geven om een lokale woningmarkt ook aan te kunnen sturen. Want ik moet het vaak wel hebben van een privaatrechtelijke overeenkomst die ik maak met een ontwikkelaar waarin ik een woonprogramma afspreek of met mijn instrument van grond waarbij ik zelf voorwaarden kan opstellen voor de verkoop van een stuk grond of van de overredingskracht die je nodig hebt om met de woningbouwcorporatie tot prestatieafspraken te komen. Dat is soms heel ingewikkeld, want dat gelijke speelveld is gewoon heel ingewikkeld. Ik als lokale bestuurder word aangekeken op de prestaties van de woningbouwcorporatie en als er één ding is waar ik geen invloed op heb is het de prestatie van de woningbouwcorporatie. Als de ene corporatie het lekker rustig aan wil doen omdat ze denken “Het is onverantwoord om in deze dure tijden zoveel te investeren in een onrendabele top van een sociale huurwoning”, is het een hele legitieme argumentatie van de woningbouwcorporatie om te zeggen “Ik sla deze ronde even over” versus een andere woningbouwcorporatie die denkt “Dit is het moment waarop ik moet inspelen op de maatschappelijke opgave en ik ga mee met die wethouder.” Daar heb ik nul invloed op als lokale bestuurder. Dat is wel echt een probleem, dus ik vind dat we moeten redeneren van “We hebben een groot maatschappelijk probleem, dat is het probleem op de woningmarkt”, dat betekent dat we daar ook volkshuisvestelijk iets mee moeten. Dus ik ben echt voor een strakkere sturing vanuit de overheid, heldere rolverdeling tussen de verschillende overheden, maar ook een heldere sturing richting de markt en de woningbouwcorporaties.

Amy: Daarnaast helpt geld daarin ook?

Yasin: Dat sowieso. Dat is een tweede belangrijke opgave, want we vinden het allemaal belangrijk dat we in deze tijden waarin duurzaamheid een heel belangrijk hot item is omdat we de toekomst van onze kinderen ook graag zo comfortabel willen houden als we al die jaren zelf hebben gehad. Ik ben absoluut voor het behoud van het groen, dus ik ben tegen zomaar nieuwe uitleglocaties benoemen. Ik vind echt dat we ook impactvol moeten investeren in moeder natuur. Maar dat betekent wel iets voor de andere manier van stedelijke ontwikkeling. Dat betekent dat we moeten optimaliseren in die bestaande stad en als je dat Tetris-spelletje er weer bij pakt, dat is echt passen en meten. Dat is simpelweg duurder en als je het niet goed doet duurt het ook nog eens een keer langer. Dat pak je aan door strakkere overheidssturing, maar aan de andere kant ook gewoon een overheid die de portemonnee daarvoor trekt. Dus wij moeten geld krijgen voor infrastructurele investeringen. We moeten werken naar een gedragsverandering van de samenleving. Onze auto is niet meer de standaard waarmee je door de stad racet; dat moet veel meer een fiets zijn en het openbaar vervoer. Maar dan moet je wel een kwalitatief fantastisch alternatief bieden, wil je die mensen uit de auto trekken. Ook daarvan zien we dat de lokale overheden dat niet alleen kunnen. Daar hebben we ook echt rijksoverheid bij nodig die vanuit het probleem van de woningmarkt zegt “Het is gelegitimeerd om de woningmarkt te subsidiëren”, net zo goed als we dat doen op het sociaal domein, op het moment dat er problemen zijn met jeugd. Dan is het heel legitiem om middelen vrij te maken voor de jeugdzorg om onze jeugd een toekomst te bieden. De woningmarkt is ook gewoon een gigantisch maatschappelijk probleem, dan is het gelegitimeerd om dat te subsidiëren, vind ik.

Amy: Jullie hebben nu voor de derde ronde van de woningbouw impuls van het ministerie van Binnenlandse Zaken ook een mooi bedrag gekregen. Kan je me iets meer vertellen wat je met dat bedrag kan doen of waarop is dat bedrag gebaseerd of wat is de hoogte daarvan? Kan je me meenemen in zo’n traject en wat dat dan betekent voor de stad Eindhoven, in dit geval?

Yasin: Ik ben ontzettend blij met die woningbouwimpulsmiddelen. Het heeft ons de afgelopen jaren geholpen om bepaalde projecten betaalbaar gerealiseerd te krijgen door te kijken naar “Hoe kun je nu de onrendabele top gesubsidieerd te krijgen waarmee je de huren van de woningen kunt verlagen?” Natuurlijk heeft het Rijk daar een aantal voorwaarden aan gekoppeld, de startbouw moet binnen twee jaar zijn en het moet opgeleverd worden binnen vijf jaar, volgens mij. Er moet echt een aantoonbaar publiek tekort zijn waar de middelen voor gebruikt worden. Dus er ontstaat al een natuurlijke selectie en vervolgens kijk je naar de plekken waar je graag betaalbaarheid wil realiseren. Mijn agenda was heel erg gericht op “Hoe kun je nou op die triple A-locatie ook inclusiviteit realiseren?” Want inclusiviteit, daar hebben we allemaal onze mond vol van, maar als puntje bij paaltje komt is het voor mij pas echt geslaagd op het moment dat je ook op triple A-locaties sociale woningbouw en middel dure huur kunt realiseren. Dus wij zijn gaan kijken naar wat dan die plekken zijn. We hebben daarnaast ook die tijdelijke woningbouw opgepakt, daar hadden we ook een gigantisch tekort op. Ik ben echt zo dankbaar, want volgens mij zijn we de eerste gemeente in Nederland die de eerste impulsmiddelen van de woningbouw ook daadwerkelijk in concrete resultaten heeft kunnen aantonen met de Castiliëlaan waar we binnenkort ook de eerste sleuteloverdracht op gaan doen. Maar die andere projecten zijn in de binnenstad of op Strijp-S, waarbij we op Strijp-S bijvoorbeeld het geld wat we nu in de laatste tranche hebben gekregen gaan gebruiken om in de volle breedte van de laatste ontwikkeling van Strijp-S te kijken “Waar kunnen we de betaalbaarheid van woningen vergroten door extra sociale woningbouw toe te voegen of door middel dure huurwoningen toe te voegen?” In de binnenstad, met name rondom het station op Knoop XL, gaan we de middelen vooral gebruiken om die infrastructurele aanpassingen te doen waardoor de onrendabele top wat lager wordt, waardoor je ook scherpere afspraken kunt maken op de betaalbaarheid van de middel dure huurwoningen die we daar gaan realiseren. Daar ben ik supertrots op, omdat je daarmee de samenleving ook laat zien dat de ontwikkelingen die we voor ogen hebben in die bestaande stad niet gericht zijn op de speculanten uit China of het Midden-Oosten of Rusland of whatever. Je ziet in Amsterdam dat dat de duurdere plekken zijn waardoor het ook speculatief aangekocht wordt. Maar dat er echt gebouwd gaat worden voor de gewone man, dat Jan Modaal ook gewoon in een vet gebouw in die binnenstad kan wonen, dat is wel mijn missie met die woningbouw impulsmiddelen. So far, so good.

Amy: Je noemde al de speculanten, in hoeverre gaat de opkoopbescherming je ook helpen?

Yasin: Dat gaat ons zeker helpen om ervoor te zorgen dat er een eerlijke concurrentie ontstaat op die woningmarkt waarbij we Jan Modaal een kans geven om daadwerkelijk ook een woning te kopen. Dat heeft vooral betrekking op de bestaande stad, dus waar we het net over gehad hebben, dat gaat echt over de stad die we gaan ontwikkelen, waar we echt grote aantallen gaan realiseren om ervoor te zorgen dat we het tekort inhalen. Met de opkoopbescherming zorg je ervoor dat de woningen in de bestaande stad op een eerlijke manier op die mislukte marktwerking bij de juiste doelgroep terecht komen. Want wat je nu ziet is dat mensen met een klein beetje geld vastgoedbelegger worden. Daar gaat die opkoopbescherming ons heel goed bij helpen, om af te komen van de kleinere beleggers en speculanten.

Amy: Veel eerder in het interview noemde je al “Ik kijk ook naar andere gemeentes, wat zij doen.” Wat heb je gezien bij andere gemeentes waarvan je denkt “Daar wil ik ook nog wel iets mee” of “Dat vind ik echt een mooi voorbeeld wat mij inspireert”?

Yasin: Dat is een moeilijke vraag omdat er heel veel gemeentes zijn die echt ook wel supergave dingen doen. Zo vind ik het heel interessant dat in de vier grote steden al langere tijd overleg wordt gevoerd met de hele keten van bouwen, dus met beleggers, met bouwers, met de corporaties, om te kijken “Hoe kun je nu met elkaar een soort langjarig traject in waarbij je afspraken maakt dat je door de crisis heen kunt investeren en kunt blijven bouwen?” Omdat daar ook de echte oplossing ligt van je woningmarkt. Het is echt een bipolaire stoornis waar de woningmarkt last van heeft; we hadden eerst een crisis waarbij alles op zijn gat lag en nu hebben we een crisis omdat alles tegelijkertijd moet. Hoe kun je voor die stabiliteit zorgen? Dat leer ik van de vier grote steden. Zo zijn er ook een aantal andere steden die bijvoorbeeld een 100-dagen principe hebben afgesproken, dus dat je echt een soort pressure cooker sessie hebt, dat je in honderd dagen een vergunningverlening kunt realiseren. Een ander belangrijk punt waar wij zelf ook proberen een koploper in te zijn en waar ik echt ook een beetje kijk van “Hoe doen andere gemeentes dat?” is: Hoe zorg je voor een goede omgevingsdialoog waardoor een goede politieke belangenafweging plaatsvindt en waardoor je wat minder vaak naar de rechter of naar de Raad van State toegaat? Omdat er naast alle technische elementen van wat je moet regelen op de woningmarkt ook een hele grote softe kant is, namelijk de veranderingskwaliteit van de buurtbewoner. Dat krijg je alleen voor elkaar op het moment dat je op een goede manier participatie organiseert waarbij het heel duidelijk is wat het proces is wat de loop gaat worden, waarbij het duidelijk is wie welke rol heeft, waarbij de ontwikkelaar omgeving-sensitief is zodat die ook weet op welke manier die dat gesprek aan moet gaan met de buurt, maar dat het ook tussen zijn of haar oren zit dat je ook daadwerkelijk oprecht moet luisteren naar die buurtbewoner en dat daar wel degelijk ook een verrijking van je plan kan komen in plaats van dat het een kostenpost wordt. Dat proces, daar probeer ik ook heel goed naar andere gemeentes te kijken omdat ik denk dat die softe kant ook even goed zo belangrijk is als die honderd dagen aanpak, maar ook een soort convenant om lange tijd met elkaar te investeren.

Amy: We hebben het over de woningbouwimpuls gehad, over de opkoopregeling. Eigenlijk zijn er heel veel instrumenten bijgekomen om de woningmarkt weer op gang te brengen of om de woningmarkt een boost te geven. Is er nog meer nodig, volgens jou? Gaan we het hiermee redden?

Yasin: Als je het hebt over de instrumentenkoffer denk ik dat er sowieso nog één instrument in moet, dat is namelijk de huurprijsbescherming voor mensen die op de vrije markt huren. Daar ben je momenteel aan je lot overgelaten. Dat hoor ik ook wel in de stad van mensen die veel te veel huur betalen voor veel te weinig vierkante meters. Maar wat volgens mij fundamenteler aangepakt moet worden is dat we af moeten van elke keer een pleister plakken omdat we zien dat er een perverse prikkel is naar hoe je structureel kunt samenwerken, hoe kun je in plaats van eenmalige projectaanvragen die je doet met zo’n woningbouwimpuls ook structurele samenwerking aangaan? Je ziet dat mobiliteit randvoorwaardelijk is voor woningbouw. Dat vraagt echt om een structurele samenwerking. We moeten toe naar een soort hervorming van de woningwet waarbij de lokale overheid op een structurele manier veel meer grip krijgt op de woningmarkt dan dat je moet afwachten welke instrumenten je vanuit Den Haag krijgt zodat je daarop in kunt spelen. Ik zag al bij de eerste bekendmaking van het coalitieakkoord dat er een nieuwe minister gaat komen die zich richt op het volkhuisvestigingsvraagstuk en ik hoop dat de minister ook degene zal zijn die veel meer in gaat zetten op die structurele samenwerking in plaats van de politieke compromissen waar Den Haag continu mee bezig is. Want wat je ziet is dat ook minister Ollongren in de afgelopen jaren heeft geworsteld met de geloofsdiscussie tussen VVD versus de linkse partijen, waarbij je dan echt net geen marktwerking krijgt, maar ook niet een ministerie hebt dat de publieke taken naar zich toetrekt. Dus ik hoop dat daar wel een doorbraak op gaat komen.

Amy: We hebben het al kort gehad over waar je bent opgegroeid. Ik ben nog wel benieuwd welke normen en waarden je van huis hebt meegekregen. Welke invloed heeft je opvoeding gehad op de keuzes die je hebt gemaakt?

Yasin: Voor mezelf is in ieder geval mijn belangrijkste les dat het niet komt aanwaaien; je moet er echt hard voor werken. Vooral als je uit de context komt die er niet per se eentje is waarin je gestimuleerd wordt. Mijn ouders waren gewoon simpele arbeiders die niet anders wisten dan dat je hard moest werken. Ze waren erop gefocust om in ieder geval ons op het rechte pad te houden en ervoor te zorgen dat wij het beste van onze levens zouden maken. Dat is ze gelukkig aardig goed gelukt, maar ik heb wel heel erg geleerd van mijn stappen die ik de afgelopen jaren heb gezet dat ik er echt hard voor moest werken en dat je soms ook echt tegen vooroordelen op moet boksen. Het is heel makkelijk om daarin verongelijkt te geraken omdat het soms ook echt aantoonbaar oneerlijk gaat. Maar als je juist de positiviteit erin houdt breek je er goed doorheen. Soms moet je ook wel geduld hebben want karma komt altijd een keer terug. Dat heb ik ook wel heel erg van mijn ouders geleerd, om hard te werken, rechtvaardig te zijn en je te beseffen dat hetgeen wat je hebt bereikt niet vanzelfsprekend op je afkomt en ook niet vanzelfsprekend bij je blijft. Dus het is continu hard werken.

Amy: Dat zal dan nu in je werk ook wel heel erg zijn. Hoe zorg je ervoor dat je mentaal en fysiek fit blijft?

Yasin: Ik zie het wethouderschap niet als werk; het is een levensstijl. Dus ik ben mij 24/7 altijd bewust van het feit dat ik de publieke zaak dien en dat ik een voorbeeldfunctie heb, maar dat er zich soms ook wel dingen in mijn privétijd voordoen die een signaal zijn van mijn werk. Ik kom uit een omgeving waarbij politiek niet per se een top of mind onderwerp is, waarbij het niet per se zo is dat maatschappelijke vraagstukken heel actief besproken worden aan tafel of in een context. Daar gaat het toch over de grotere problemen van mensen in hun dagdagelijks leven. Dan gaat het over het feit dat ze een flexcontract hebben, het spannend vinden omdat ze geen baan kunnen vinden of omdat ze zich verongelijkt voelen omdat ze de kans niet hebben gekregen om zichzelf te ontwikkelen. Daar zitten een hele hoop signalen voor mij in die ik graag meeneem naar het werk. Ik zie het niet als werk, maar naar de overleggen die ik heb, zowel intern met de ambtelijke organisatie, het maakt niet uit aan welke tafel ik zit, ik heb altijd wel een stemmetje in mijn hoofd dat mij vertelt wat ik in privétijd ook voor de samenleving kan doen. Dat vind ik heel belangrijk, dat ik die verbinding weet te maken tussen de leefwereld van de mensen en de systeemwereld. Want daar ben ik echt wel achter gekomen de afgelopen acht jaar, dat zijn twee totaal andere werelden.

Amy: Wel heel mooi dat jij die brug kan slaan.

Yasin: Ja, het is de kick om die brug te slaan. Ik vind het echt supergaaf. Het lukt niet altijd want soms merk ik dat ik in de systeemwereld soms abracadabra spreek voor de leefwereld. 

Amy: Dat beide werelden elkaar niet altijd even goed begrijpen?

Yasin: Ja, maar dat het mij soms ook niet lukt om het verhaal van de ene wereld aan de andere te vertellen. Ik ben ook gewoon een beetje gek in dat wereldje, de systeemwereld, waarin ik gewoon zonder enige achtergrondkennis binnen ben gekomen en heel erg die bril van die inwoner heb opgehouden en vanuit waar ik mijn verwondering heb uitgesproken, wat soms heel raar overkwam voor degene die al 20-30 jaar op dezelfde manier grex vaststelt en op eenzelfde manier een woningbouwprogramma erin zet. Maar andersom is het voor mij ook soms heel moeilijk om de vertaling te maken naar die mensen om te zeggen “Het is nu even vervelend, maar over een paar jaar wordt het beter.” Het is soms uitdagend.

Amy: Waar ben je het meest trots op?

Yasin: Dat is een hele moeilijke vraag. Waar ik het meest trots op ben is dat het me gelukt is om echt superveel mensen in de stad te bereiken. Het is me echt gelukt om het grote verhaal klein te maken door ook de trots op de ontwikkeling van Knoop XL niet alleen maar in de raadszaal of allerlei bestuurlijke overleggen uit te dragen, maar ook juist die gewone inwoner daarop aan te haken. Als ik kijk naar mijn social media accounts, superveel jongeren die mij volgen die het echt wel gaaf vinden dat er weer een nieuw project komt waarbij ik bijdraag aan de trots van de stad. Dat is echt misschien wel het mooiste cadeau dat ik als wethouder kan krijgen, dat ik mijn stadsgenoten gelukkig kan maken met de grote beweging die we voor ogen hebben.

Amy: Welke tips heb jij voor mensen die willen bereiken wat jij hebt bereikt?

Yasin: Hard werken, niet opgeven, positief blijven, ook als je soms denkt dat het niet gaat lukken. Uiteindelijk wint de aanhouder en moet je volhouden. Soms twijfel je aan jezelf of je het echt aan het rechte eind hebt, maar als je echt overtuigd bent dat het een bepaalde kant op moet gaan lukt dat door vol te houden.

Amy: Mooi! Ik heb nog een doorgeefvraag voor Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam Development. Welke vraag zou je hem willen stellen?

Yasin: Ik weet van Onno dat het een persoon is die zich heel hard maakt voor de versnelde verduurzaming van het bouwproces en daarmee dus ook duurzaam wonen. De vraag die ik hem zou stellen is: Welke uitdaging zie je in de gedragsverandering van mensen? Want je kunt misschien een woning wel heel duurzaam bouwen, maar als mensen hetzelfde gedrag vertonen wat ze altijd hebben gedaan ben je er niet. Dus of hij daarover heeft nagedacht.

Amy: Dan wil ik je vragen om de volgende zin af te maken: Wonen in 2030…

Yasin: Is sowieso betaalbaar wonen, duurzaam wonen en wonen op vette locaties in de binnenstad. Want de komende jaren gaan wij in ieder geval hier in Eindhoven een hele hoop mooie gebouwen toevoegen en allemaal in de bestaande stad. Dat worden echt gave locaties waar je betaalbaar, duurzaam en vet kunt wonen.

Amy: Dankjewel voor dit leuke gesprek, ik vind het supermooi om te zien dat je een echte bruggenbouwer bent en die verbinding heel erg zoekt. Het blijkt ook dat je iedereen mee kan krijgen daarin, als ik de energie tegenover me zie kan ik me ook heel goed voorstellen dat iedereen graag met je mee wil in de plannen die je hebt. Zeker de locaties in de stad, om te kijken hoe die divers bewoond kunnen worden en ook betaalbaar. Daar maak je je hard voor en dat is supermooi om te zien, dankjewel voor je tijd!

Yasin: Jij bedankt voor de interesse. Ik ben heel benieuwd hoe mensen naar deze podcast gaan luisteren, maar de feedback krijgen we vanzelf. Ik vond het ontzettend leuk!

Amy: Dankjewel!

Leuk dat je luisterde naar de podcast Leaders in Wonen. Voordat we afsluiten wil ik graag de partners van deze podcast bedanken: Calcasa en RNHB en Quion. Vergeet je niet te abonneren bij Spotify of Apple, tot de volgende podcast!

Recente reacties