#17 Cindy Kremer

Transcriptie: Cindy Kremer

Amy: Amy: Welkom bij de podcast Leaders in Wonen. Ik ben Amy en ik ga in gesprek met de leiders in de woningmarkt. Waarom? Omdat wonen iedereen raakt. Veel thema’s in de woningmarkt vragen om een oplossing, daarom ga ik op zoek naar de antwoorden van de leiders. Bovendien wil ik deze mensen leren kennen. Wie zijn het eigenlijk en wat drijft ze? Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door onze partners CalcasaQuion en RNHB.

Vandaag ga ik in gesprek met Cindy Kremer, Algemeen directeur van Vereniging Eigen Huis. Voordat ik met mijn gast in gesprek ga introduceer ik haar graag. Cindy Kremer is opgegroeid in Dorwert en studeerde Bedrijfskunde aan de Technische Hogeschool en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is zij Master of Real Estate met een specialisatie in vastgoed- en gebiedsontwikkeling. Cindy startte haar carrière bij IKEA Retail en maakte vervolgens de overstap Friesland Campina. Van 2007 tot 2014 werkte zij bij The Greenery in de rol van HR directeur en commercieel directeur. Vanaf 2014 is zij algemeen directeur van Vereniging Eigen Huis. Cindy is 49 jaar en heeft 2 zonen. Ze woont in Ede en houdt van skiën, koken en paardrijden.

Welkom! Leuk dat je meedoet met Leaders in Wonen en leuk dat ik hier op kantoor met jou dit interview mag hebben, Cindy!

Cindy: Fijn dat je er bent, van harte welkom hier bij Vereniging Eigen Huis!

Amy: Ik zou willen beginnen met een vraag over je carrière, wil je iets vertellen over hoe je eigenlijk ooit bij Vereniging Eigen Huis terecht bent gekomen?

Cindy: Ja, daar wil ik zeker iets over vertellen. Dat is een vraag die mij wel vaker wordt gesteld want ik heb niet echt een achtergrond in vastgoed of financiering van woningen of iets dergelijks. Ik kom juist uit de consumentenhoek. Ik heb dus wel veel ervaring in de consumentensfeer en ook in het werken in grote professionele verenigingen. Want zowel Friesland Campina als The Greenery, dat zijn grote verenigingen, net als Vereniging Eigen Huis en dat vraagt toch een bepaalde manier van besturen. Want je hebt geen aandeelhouders of eigenaren of subsidie in de zin van één partij waarvoor je het allemaal doet. Je doet het juist voor heel veel en het collectief, dat is de kracht van de organisatie. Dat is iets waar ik heel erg in geloof en vandaar dat de overstap naar Vereniging Eigen Huis goed op mijn pad lag.

Amy: Als je kijkt naar toen je destijds begon bij Vereniging Eigen Huis, wat viel je dan op?

Cindy: Wat mij opviel is dat het een organisatie is met hele betrokken medewerkers, mensen zijn buitengewoon intrinsiek gemotiveerd en kritisch. Kritisch naar zowel marktpartijen als overheid, maar ook kritisch naar elkaar. Maar wel op een hele authentieke en constructieve manier. Dat is iets wat ons uniek maakt en wat ook het werk bij Vereniging Eigen Huis elke dag weer tot een groot plezier maakt.

Amy: Je zei dat de soort omgeving hetzelfde was, maar retail is natuurlijk wel een andere achtergrond. Wat is nu echt iets wat je mee hebt genomen uit die tijd, waarvan je denkt “Dat was wel een hele andere omgeving, maar dat kan ik hier eigenlijk heel goed toepassen”?

Cindy: Dat realiseer je je pas achteraf, ik heb juist bij Ikea heel veel geleerd. Dat is lang geleden, al 25 jaar, dat ik daar heb gewerkt. Ik ben daar ook ooit als afstudeer stagiaire begonnen. Maar in die tijd, midden jaren ’90, waren zij al heel ver met het denken, redeneren en handelen vanuit de klant, vanuit de consument. Dus ze waren bijvoorbeeld al heel ver in hun visie op customer service en later, toen ik bij Friesland Campina of bij The Greenery werkte, werden er allerlei boeken over geschreven en toen dacht ik “Dat is iets wat eigenlijk bij Ikea al heel erg tussen de oren zat.” Ook het fenomeen klantreis, nu hebben we het weleens over de klantreis als iemand bijvoorbeeld een woning gaat kopen, maar daar was Ikea zich al heel duidelijk van bewust. Dat zijn kwartjes die pas later in je carrière vallen.

Amy: En het verschil tussen echt een commerciële organisatie en een vereniging als dit, merk je dat verschil goed?

Cindy: Eerlijk gezegd niet zo zeer. Als Vereniging Eigen Huis zijn we wel gewoon een private organisatie, dus wij moeten onze eigen broek ophouden en dat betekent dat wij ook verantwoordelijk zijn voor het genereren van onze eigen inkomsten. Wij hebben altijd twee hoofdactiviteiten, aan de ene kant is het een belangenbehartiging, dus het lobbyen en informeren van onze leden en aan de andere kant de individuele dienstverlening waarbij wij producten en diensten aanbieden die voor onze leden relevant zijn. Daar concurreer je gewoon met commerciële bedrijven, dus daarin is het onderscheid niet zo groot, behalve dat je geen winstoogmerk hebt. Dus je wil echt een dienst leveren, een kwalitatief goede dienst voor een goede prijs. Bij voorkeur in een markt die niet optimaal functioneert, want daar kunnen wij natuurlijk het verschil maken.

Amy: Je werkt nu ruim zeven jaar bij Vereniging Eigen Huis, kun je me meenemen naar de afgelopen zeven jaar? Wat heb je gezien binnen de organisatie en welke stappen hebben jullie gemaakt?

Cindy: Ja, er is natuurlijk heel veel gebeurd. Allereerst zijn wij de afgelopen zeven jaar ongelooflijk gegroeid in ons ledenaantal. Toen ik begon waren er dat zo’n 640.000 en inmiddels hebben we er meer dan 800.000. Dus dat geeft wel aan hoe relevant onze positie nog steeds is in de maatschappij. Verder hebben wij natuurlijk, zoals iedere andere organisatie, het agile werken geïntroduceerd. We zijn meer gedigitaliseerd. Nu was Vereniging Eigen Huis dat al in zeer grote mate want ons klantencontact verloopt hoofdzakelijk digitaal omdat je natuurlijk zoveel leden hebt dat ook het contact met je leden vooral digitaal of via je magazine verloopt. Maar daarin hebben we natuurlijk steeds meer slagen gemaakt. Verder hebben wij de woningmarkt steeds meer verhit zien worden, tot op het punt waar het vandaag de dag is. Er is echt sprake van woningnood en een enorm tekort en de woningmarkt dreigt zelfs een beetje droog te koken. Die hele ontwikkeling hebben wij gezien. Dat is iets waar wij ons toe moeten verhouden.

Amy: Hoe verhoud jij je daartoe als algemeen directeur?

Cindy: Wij zijn in dat opzicht echt wel bezorgd over de situatie op de woningmarkt vandaag de dag. Want we hebben een enorm tekort aan woningen, zo’n 350.000. Dat zal de komende jaren alleen nog maar oplopen. De oplossing is niet zo eenvoudig, er zijn natuurlijk wel al een aantal maatregelen genomen zoals bijvoorbeeld de woningbouw impuls, daarmee worden her en der wel wat projecten vlot getrokken, maar we hebben nog steeds te maken met enorm lange doorlooptijden, de tijd van een plan tot aan realisatie is zeven jaar. Dus op het moment dat je zegt “Ik wil daar echt iets aan doen”, dan ben je zeven jaar verder. Zo zijn er een heleboel punten die een versnelling van de woningbouwproductie in de weg staan.

Amy: Je zei “We zijn er ook voor de lobby van de huiseigenaren.” Kan je me daar iets meer over vertellen? Hoe gaat die lobby nu en waar lobby je voor?

Cindy: Ja, wij staan eigenlijk voor een betere positie van de Nederlandse huiseigenaar. Want als je een woning koopt heb je met een heleboel partijen te maken, met de landelijke politiek, met de gemeente die bijvoorbeeld de WOZ-waarde van je woning even bepaalt, waar vervolgens dan ook weer allerlei kosten aan verbonden zijn. Je hebt te maken met degene die jou de hypotheek heeft verstrekt. In je eentje kun je eigenlijk heel weinig uithalen tegen dat soort partijen. Maar dat kun je gezamenlijk wel. Dat is ook waar wij ons laten horen, dus wij pleiten bijvoorbeeld ook voor een minister van wonen. Want als je het woningtekort in Nederland echt wil oplossen, dan ben je er niet alleen met hier en daar wat subsidiëring voor onrendabele projecten; daar moet je echt vanuit een gebiedsvisie, vanuit een gebiedsontwikkeling gaan redeneren. Dus dan moet je ook kijken naar bijvoorbeeld klimaatadaptatie. Dat is op dit moment natuurlijk heel actueel. Waar ga je bouwen, hoe ga je bouwen? Maar denk ook bijvoorbeeld eens aan mobiliteit, aan sociaal maatschappelijke ontwikkelingen. De huishoudens worden alsmaar kleiner, wat betekent dat voor de manier waarop wij gaan wonen? Denk aan verduurzaming, aan verdichting, dus er zijn een heleboel aspecten waar je rekening mee moet houden als je gaat kijken naar hoe je Nederland op termijn wil inrichten. Daarom is het belangrijk dat er een bewindspersoon komt in de vorm van een minister die daar ook mee belast is en die al die vraagstukken in zijn samenhang met elkaar beoordeelt.

Amy: Je zegt “Je moet ook met veel partijen optrekken”, met wie trekken jullie dan nu veel op? Of met wie trek jij persoonlijk veel op, om hierover te sparren?

Cindy: Als Vereniging Eigen Huis hebben we wisselende samenstellingen van partijen waarmee we optrekken. We zijn natuurlijk een consumentenorganisatie pur sang. Dus degenen die we vaak tegenkomen zijn bijvoorbeeld consumentenbonden, maar ook de Woonbond, want dat zijn natuurlijk ook woonconsumenten. Maar bijvoorbeeld ook partijen zoals Bouwend Nederland of de Neprom, daar waar het gaat om het versnellen van de woningbouwproductie. Als je kijkt naar de verduurzamingsopgave, dan zijn wij vertegenwoordigd aan de klimaattafel voor de gebouwde omgeving. Daar zit je bijvoorbeeld ook weer met financierders en gaat het over “Hoe ga je die verduurzaming van die eigen woning betalen? Hoe ga je dat financieren?” We trekken natuurlijk op met de politiek, we hebben contact met Kamerleden, met mensen van het ministerie. Het is nooit stil!

Cindy Kremer en Amy Reijgersberg na afloop van het interview van Leaders in Wonen

Amy: Hoe doe je dat, die lobby voeren? Hoe werk jij als algemeen directeur?

Cindy: Er zijn een heleboel verschillende manieren waarop je dat kunt doen. Je kunt allereerst kiezen voor de samenwerking. Dan ben je bijvoorbeeld betrokken met een aantal andere partijen om mee te praten over de toekomstige wet- en regelgeving, bijvoorbeeld. Dan zit je in een soort coalitie en dan ben je daar in één van de partijen die meedenkt. Het andere uiterste is dat je zegt “Hier is echt sprake van een misstand”, zoals we dat recent hebben gezien bij het gedrag van de makelaars, dan zoek je bijvoorbeeld publiciteit. Dan doen we een eigen onderzoek en dan gaan we ermee naar buiten. Dan ga je je leden mobiliseren en de publieke opinie mobiliseren om dingen te veranderen en voor elkaar te krijgen. Het mooiste voorbeeld van dingen veranderen vind ik altijd om te zeggen “Wij zijn in onze dienstverlening het beste daar waar de markt niet functioneert. Als de markt goed functioneert hebben we daar eigenlijk niet zoveel te zoeken.” Zo was er een aantal jaren geleden een provisiestelsel voor hypotheekadviseurs. Dat was niet alleen heel kostbaar voor de klant, maar ook hartstikke ondoorzichtig. We hebben toen gezegd “Daar zijn we tegen, dat provisiestelsel moet afgeschaft worden.” Daar was een hoop weerstand tegen want verandering is altijd moeilijk. Toen zijn wij zelf een dienst begonnen die hypotheekadviezen geeft zonder provisie. Uiteindelijk is dat provisiestelsel afgeschaft, dus op die manier kun je de markt ook beïnvloeden en wij zeggen dan ‘corrigeren’. Dat vind ik altijd nog de meest sterke manier van beïnvloeding.

Amy: Leuk om te horen! Hoe motiveer jij mensen?

Cindy: Zoals ik al in het begin van deze podcast zei, de mensen bij Vereniging Eigen Huis zijn buitengewoon intrinsiek gemotiveerd omdat het voor ons altijd heel duidelijk is waar we het voor doen. We doen het voor die Nederlandse huiseigenaren en voor niemand anders. Dus dat is de enige bril waardoor wij naar onze opgaven en uitdagingen kijken. Wat wij natuurlijk doen is dat we iedereen zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geven om die verantwoordelijkheid te nemen, dat we de successen delen en vieren en als we fouten maken, dat we daar gewoon zo snel mogelijk van leren. Dat is altijd toch de beste motivatie, als mensen vanuit hun eigen overtuiging hun werk kunnen doen en ook de resultaten daarvan met elkaar kunnen delen. Op deze manier werken we samen. We zijn natuurlijk een hele kennis-gedreven organisatie, we hebben ruim 200 medewerkers, allemaal hoogopgeleid. Dus die motivatie zit heel goed!

Amy: Als je kijkt naar jezelf, heb jij bepaalde specifieke mensen die jou beïnvloed hebben in de keuzes die je hebt gemaakt in je carrière of die nu nog weleens op je pad komen waarvan je denkt “Die hebben mij wel verder gebracht”? Of is het bij jou ook vooral intrinsieke motivatie?

Cindy: Nee, zeker niet. Ik heb wat dat betreft geluk gehad in mijn loopbaan dat ik met heel veel goede leidinggevenden heb mogen werken die mij ook echt hebben geïnspireerd en gemotiveerd om te blijven leren en mezelf te blijven ontwikkelen, om nieuwe uitdagingen aan te gaan en mij die kansen ook hebben geboden. Daar ben ik tot op de dag van vandaag nog dankbaar voor.

Amy: Kun je daar een voorbeeld van noemen, zonder specifiek een naam te noemen, maar wel iets waarvan je zegt “Dat is toch wel heel belangrijk geweest in mijn carrière”?

Cindy: Ik was bijvoorbeeld HR-directeur en op een gegeven moment kreeg ik bij The Greenery de kans om de overstap te maken naar algemeen management. Dat is natuurlijk best een gedurfde overstap, niet zozeer voor mij, maar ook voor de werkgever. Toch hebben ze mij die kans geboden. Daar ben ik ze dankbaar voor, want dat heeft mij wel ook gebracht tot waar ik nu vandaag sta. Maar het zit hem ook in veel kleinere dingen, bijvoorbeeld Diederik Samson was voorzitter van de klimaattafel. Inmiddels is hij dat niet meer, maar op een gegeven moment zei hij “Je moet je realiseren, liefde gaat door de maag en draagvlak gaat door de portemonnee.” Dat is wel waar, want we zijn nu een paar jaar verder en we staan aan de vooravond van een grote verduurzamingsoperatie en wij doen heel veel onderzoek als Vereniging Eigen Huis hoe huiseigenaren dat beleven en hoe ze daar tegenaan kijken. Als grote rode draad kun je daar toch uithalen dat huiseigenaren absoluut bereid zijn om aan de slag te gaan en hun woning te gaan verduurzamen, dat ze ook echt vinden dat ze daar zelf een rol en een verantwoordelijkheid in hebben, maar dat ze het niet goed accepteren dat alle kosten en risico’s klakkeloos bij hen worden neergelegd. Dan denk ik toch weer aan Diederik Samson. Als je dan wat van die kosten en risico’s kunt wegnemen of in ieder geval in zijn totaliteit kunt dragen en niet op de individuele huiseigenaar afwendt, dan gaat zo’n verduurzamingsoperatie veel sneller.

Amy: Hoe zou dat dan echt in zijn werk moeten gaan volgens jou?

Cindy: Dat is natuurlijk altijd een afweging van welke kosten. Nederland wil van het gas af. Alle woningen moeten in 2050 aardgasvrij zijn. Dan is het de vraag “Wie gaat dat betalen?” Daar kun je heel lang over discussiëren, maar uiteindelijk wordt het een verdelingsvraagstuk. Een vraagstuk van “Wat betalen we met z’n allen en wat laat je een individu betalen?” Er moet nog van alles ontwikkeld worden; we zijn er nog niet. Maar het uitgangspunt in het klimaatakkoord is dat het woonlasten-neutraal gebeurt, dus dat je als huiseigenaar in je maandelijkse woonlasten niet meer kwijt bent dan nu, maar dat zijn natuurlijk gemiddelden. Die gemiddelden pakken per definitie anders uit dan je op voorhand uitrekent. Hoe ga je daarmee om? Hoe meer je als overheid durft te zeggen “Wij gaan verduurzamen, u moet uw huis isoleren”, nu kun je subsidie daarvoor krijgen, maar dat is hartstikke ingewikkeld. Want die subsidie krijg je achteraf, er zitten haken en ogen aan, je moet minstens twee isolerende maatregelen nemen. Je mag het niet zelf doen, het moet door een erkend bedrijf worden uitgevoerd. Terwijl je ook kunt zeggen “Wij moeten onze woningen isoleren, beste huiseigenaar, u kunt een voucher krijgen van een bepaald bedrag.” Voor 10.000 euro heb je al heel veel huizen heel goed geïsoleerd in Nederland. “Je kunt het vooraf krijgen, ga aan de slag, ook al doe je het zelf. Prima, als je het maar doet.” Uiteindelijk gaat het erom dat we die energievraag naar beneden brengen. Dus dan hoeven mensen het niet voor te schieten, dan hebben ze minder beperkingen en dan willen mensen echt wel. Daar hebben we ook onderzoek naar gedaan, want isoleren en zonnepanelen, dat zijn de maatregelen waar de meeste mensen in geïnteresseerd zijn. Dat zijn ook juist de twee no regret maatregelen. Of jouw woning nou in de toekomst via een warmtenet wordt verwarmd of je moet een warmtepomp aanschaffen, op het moment dat je woning geïsoleerd is en je hebt zonnepanelen, daar heb je altijd wat aan. Want je brengt gewoon die energievraag naar beneden. Laten we nou als overheid daar niet zo krampachtig in zijn, maar laten we nou eens royaal en ook vooral in vertrouwen die betaalbaarheid organiseren.

Amy: Denk je dat dat gaat komen in het nieuwe kabinet?

Cindy: Daar pleiten we zeker voor. Je vroeg net “Hoe gaat dat, belangen behartigen? Hoe doen jullie dat?” Nou, dan schrijven wij brieven naar politieke partijen, naar Kamerleden waarin we zeggen “Maak een nationaal isolatiefonds. Geef maar die vouchers vooraf.”

Amy: Je doet dus ook onderzoek onder de huiseigenaren wat de drempels zijn om het niet te doen.

Cindy: Exact, anders weten we niet wat we in die brief moeten zetten. Wij doen heel veel onderzoek daarnaar. Als je de huidige berichtgeving over de klimaatontwikkeling volgt is dat gewoon geen mooi verhaal. Maar als ik onze onderzoeken lees en gewoon zie dat huiseigenaren echt wel willen, dan ben ik toch optimistisch. Maar het gaat erom dat het betaalbaar is, maar ze willen ook keuzevrijheid hebben. Nu zie je dat veel wijken van het gas afgaan, dat zijn dan die proeftuin wijken op dit moment, die kiezen voor een warmtenet. In zo’n warmtenet heeft een huiseigenaar geen keuze, je moet het bij partij x of y afnemen. Dus mensen hebben het gevoel dat ze te veel betalen. Dat komt ook door de huidige wet- en regelgeving waarbij de prijzen die mensen betalen voor een woning die verwarmd wordt door een warmtenet gekoppeld zijn aan de gasprijzen. We weten allemaal wat er met de gasprijzen gebeurt. Dus dat is heel moeilijk. Organiseer nou marktwerking en concurrentie op die warmtenetten, dan kunnen mensen kiezen zoals ze nu ook voor de ene of de andere energieleverancier kiezen, dan krijg je veel meer draagvlak.

Amy: Je noemde al eerder in het interview de customer journey. Je zei dat het eigenlijk heel onoverzichtelijk is en die customer journey is eigenlijk ook heel moeilijk als het gaat om verduurzaming. Heb je daar nog ideeën voor? Zoals je zegt, de keuze moet er zijn, maar heb je daar nog andere gedachten bij?

Cindy: Als het gaat om verduurzaming is er niet één journey. We doen heel veel onderzoek, er zijn weinig onderzoeken waar Nederlandse huiseigenaren zo gepolariseerd zijn als het onderwerp verduurzaming. Want er zijn mensen die al een aardgasvrije woning hebben en die willen nog meer. Je hebt zelfs mensen die energienegatief zijn, dus die leveren energie op. Aan de andere kant heb je mensen die zeggen “Ik weet niet waar ik moet beginnen, ik weet niet hoe ik het moet betalen. Ik weet ook eigenlijk niet wat ik moet doen.” Zolang er nog zoveel onduidelijk is, is het heel moeilijk om die customer journey uit te werken. Onder onduidelijkheid of onder onzekerheid gaan mensen toch hun hand op de knip houden. Want durf jij te investeren als je niet weet hoe jouw huis straks verwarmd wordt? Wat moet je doen? Zonnepanelen en isolatie, dat kan. Maar ga je een warmtepomp aanschaffen als je nog niet weet of er misschien een warmtenet komt? Heel veel mensen geven ook aan “Misschien kunnen we straks wel op grote schaal waterstof inzetten”, en zien dat als een oplossing. Dat maakt hen terughoudend. Dus er zijn nog heel veel dingen onduidelijk. Er zijn ook nog heel veel dingen in ontwikkeling; we staan nog maar aan het begin. Tegelijkertijd dringt de tijd, dus het is een complexe opgave.

Amy: Een ander punt waar jullie veel over hebben geschreven is de rol van de makelaars. Zou je me daar iets meer over willen vertellen, wat jullie idee daarbij is?

Cindy: Wat gebeurde was het volgende, we kregen meer en meer reacties van leden die zeiden “Wat me nu toch overkomen is, ik wilde een huis kopen of een huis verkopen en de rol die de makelaar daarin gespeeld heeft geeft mij toch een heel onbehaaglijk gevoel.” Naar mate we meer reacties kregen hebben we gedacht “Wat zou hier aan de hand zijn?” Toen hebben we een meldpunt geopend, dat is eind april gebeurd. In no time hadden we bijna duizend reacties en dat waren allemaal verhalen van mensen die zeiden “Ik wil een woning kopen, maar ik mag het niet eens bezichtigen als ik geen aankoopmakelaar heb. Dus ik word gedwongen om een aankoopmakelaar in te schakelen terwijl ik dat misschien helemaal niet zou willen.” Mensen zeggen “Ik heb een bod gedaan, het was met gesloten een flop, maar ik werd daarna gebeld door de makelaar dat het bod nog omhoog moest terwijl ik geen idee heb hoe dat precies zit.” Aan de andere kant had je mensen die een woning wilden verkopen en zeiden “Ik wilde mijn woning in de verkoop zetten, maar de makelaar zei “Het is niet nodig, ik heb hem al verkocht.” Dat bleek dan aan een medewerker, een familielid of een vriend van die makelaar te zijn. Dus daarmee blijft dan weer die verkoper met een onplezierig gevoel zitten. Dan hebben we eens wat meer onderzoek gedaan en wat je ziet is dat de woningmarkt oververhit is, er zijn grote tekorten, de makelaar heeft een voorsprong omdat hij gewoon meer informatie heeft dan de klant. Je ziet dat daar gewoon in veel gevallen misbruik van wordt gemaakt. Natuurlijk niet in alle gevallen, maar wel in veel gevallen want wij waren echt verrast van hoe snel en hoeveel maar ook de aard van de reacties die we kregen. Daar hebben we natuurlijk over aan de bel getrokken, ook bij het ministerie. Dus er worden nu gesprekken gevoerd en er wordt gekeken in welke mate misschien nieuwe wet- en regelgeving noodzakelijk is. Want een aankoop van een huis, dat gaat om grote bedragen. Het is ook nog eens geld van iemand anders, die makelaar koopt dat niet zelf, maar dat kopen jij en ik. Als je het bijvoorbeeld vergelijkt met handelen met voorkennis op de beurs, als je dat doet heb je een groot probleem. Maar op de woningmarkt kan dat allemaal zomaar. Er zit een heel groot grijs gebied tussen wat er kan en wat er mag, maar eigenlijk onderaan de streep is het niet ethisch wat er gebeurt. Er is een gebrek aan goede gedragscodes en vooral ook aan de naleving daarvan. Daar zou echt iets aan moeten veranderen. Uiteindelijk zou die sector toch behoorlijk moeten gaan hervormen om op termijn nog van toegevoegde waarde te kunnen zijn.

Amy: Je zei “Soms zou je het ook helemaal anders kunnen inzetten door zelf iets te organiseren.” Zou dat misschien nog in de markt voor verandering kunnen zorgen, als er een andere partij komt of op een andere manier?

Cindy: Ja, daar zijn al voorbeelden van. Bijvoorbeeld het eerlijk bieden, want nu is vooral het bieden een heel schimmig proces. Want de makelaar zegt “Bieden tot 17:00 uur vanmiddag.” Dan gaat er om 18:00 uur een telefoontje “Ik heb toch nog een hoger bod.” Wat wij dus zien op ons meldpunt is dat die koper en die verkoper contact krijgen met elkaar en die verkoper dan zegt “Ik wist daar helemaal niet van af, dat er een hoger bod was. Ik had geen idee.” Dus dat is heel ondoorzichtig en er zijn wel digitale tools die dat proces transparanter maken zodat iedereen op hetzelfde moment over dezelfde informatie beschikt. Dus je ziet her en der wel dat dit soort ontwikkelingen er zijn, maar de markt is zo krap op dit moment dat veel huiseigenaren en veel kopers ook denken “Het kan me niet schelen hoe, als ik het huis maar krijg.” Dan ligt het misbruik maken van de positie van die makelaars wel heel erg op de loer, dan wordt het ook wel heel erg makkelijk om je op deze manier te gedragen.

Amy: Je noemde net al de krapte op de woningmarkt, dat is natuurlijk één van de redenen dat dit ontstaat. Dat heeft natuurlijk impact op toekomstige huiseigenaren, dat die geen woning kunnen kopen. Wat zijn daarin jullie standpunten?

Cindy: Als je niet oppast wordt het een generatieconflict want de mensen die al een woning hebben en zeker mensen die de woning al wat langer hebben, hebben over het algemeen een behoorlijke overwaarde. Daar wordt weleens ten onrechte van gezegd “Die huiseigenaren zijn rijk.” Die zijn rijk, maar dat zit in de stenen; die hebben dat geld niet op de bank staan. Die dragen ook het risico, ook van waardedaling van de woning. Die hebben straks ook alle kosten voor hun kiezen die te maken hebben met de verduurzaming, want dat gaat ook niet om kleine bedragen. Dus het is te makkelijk om te zeggen “Die huiseigenaren zijn rijk en mensen die geen huis hebben zijn dat niet.” Dat gaat niet op. We mogen trouwens ook niet vergeten dat de woning ook een bron van inkomsten is voor de staat, kijk bijvoorbeeld naar het eigenwoningforfait, dat levert de schatkist toch ook geld op en ook de gemeentelijke belastingen zijn gekoppeld aan de woningwaarde. Maar goed, dat terzijde. Degenen die het moeilijk hebben, die echt in de knel zitten, zijn de starters. Die hebben al een probleem als ze een woning moeten zoeken, want die zijn er haast niet. Hebben ze een woning gevonden moeten ze hem nog zien te bemachtigen. We hebben het net al even gehad over de rol van de makelaars, maar wat we ook zien, en dat is best een risico, is dat die starters in toenemende mate maximaal gaan lenen en zonder voorbehouden zijn woning gaat kopen. Dat doen ze omdat ze vaak moeten concurreren met beleggers. Die belegger kan gewoon zijn woning kopen en zeggen “Ik heb geen voorbehoud, ik reken hem zo af”, terwijl de starter zegt “Ik heb echt een financieringsvoorbehoud nodig en ik wil een bouwkundig rapport, want ik kan die kosten niet dragen op het moment dat die woning niet in orde blijkt te zijn.” Je ziet dat daardoor die starters vaak achter het net vissen en vervolgens de woning die ze hadden willen kopen voor een heel hoog bedrag moeten huren. Dat noemen we dan ook de duurhuurders. Dat zijn de mensen die hele hoge huurlasten betalen, die eigenlijk die woning wel hadden willen kopen en dan ook lage maandlasten kwijt zouden zijn. Nu zie je gelukkig dat gemeentes daar wat tegen doen. Je ziet de zelfbewoningsplicht, dat kunnen ze natuurlijk bij nieuwbouwprojecten afspreken met projectontwikkelaars dat die woningen alleen verkocht mogen worden aan mensen die er ook echt in gaan wonen. En je ziet de opkoopbescherming in een aantal steden en dat geldt voor bestaande woningen. Daar zit nog een heleboel wet- en regelgeving achter en we hopen dat dat begin 2022 een feit wordt zodat die starters in ieder geval een eerlijke kans krijgen op een woning. Dat is één deel van de ongelijkheid, maar ook als je kijkt naar de mensen die nu een woning hebben en de mensen die gaan starten, er wordt weleens gezegd “Laten we die hypotheekrente maar afschaffen want dat is allemaal bevoordeling.” Maar als je daar goed naar kijkt en je realiseert je dat die hypotheekrente maar voor dertig jaar afgetrokken mag worden, dat is sinds 2001 het geval, dan kun je je realiseren dat vanaf 2030 de oudste gevallen niet meer hun hypotheekrente mogen aftrekken. Terwijl de jonge mensen die nu kopen nog wel de hypotheekrente mogen aftrekken. Dus op het moment dat je dat systeem afschaft haal je dat voordeel voor die jongeren weg. Dat is dus ook iets waar je goed over na moet denken, en zo is het met alle maatregelen. Of het nou het belasten van een woning in box 3 is of het nog sneller afschaffen van de hypotheekrente, je moet heel goed nadenken “Wat gebeurt er? Wie wordt hierdoor geraakt? Wat betekent dat voor de gezondheid van de totale woningmarkt?” Dat vind ik ook weleens een punt, we moeten niet vergeten dat de woningmarkt niet zomaar een markt is. De ruimte in Nederland is in absolute zin gewoon beperkt. Je kunt het niet als een koekjesfabriek zien en gewoon de machine harder zetten en meer produceren als de vraag groter is. Dat gaat niet zo eenvoudig met de woningen. Daarnaast is wonen een grondrecht. Dat staat in onze grondwet, dat is ook niet voor niets. Een dak boven je hoofd is wat anders dan een pak koekjes in je kast. Dus ik vind dat we ons daar ook meer van bewust moeten zijn op het moment dat we het hebben over huiseigenaren, over woningmarkt, over kansen op die woningmarkt, over “Is een huis om in te wonen of is het een belegging om geld mee te verdienen?” Als het ene het andere gaat dwarsbomen zit er in het beleid iets niet goed.

Amy: Het is tweeledig. Er zijn sowieso te weinig huizen en die verdeling is misschien niet altijd optimaal.

Cindy: Dat klopt. Daar bemoeien we ons dan graag mee.

Amy: Ik heb in een eerder interview gesproken met Zeno Winkels en hij wilde jou de volgende vraag voorleggen: Wat is de heilige graal om de particuliere eigenaar mee te krijgen in de verduurzaming?

Cindy: Daar hebben we het net al een klein beetje over gehad, maar de heilige graal bestaat eigenlijk uit – het klinkt misschien kinderachtig – haalbaar en betaalbaar. Dus zorg dat er duidelijkheid komt, dat die huiseigenaar weet wat hij moet doen, geef hem handelingsperspectief en zorg ook dat het betaalbaar is. Dat wil dus niet zeggen dat alles over-gesubsidieerd moet worden, maar nu is er zoveel onzekerheid. We hadden het al even over zonnepanelen, de maatregel die het hoogst op de verlanglijst van de meeste huiseigenaren staat zijn zonnepanelen. Nu hebben we een hele mooie salderingsregeling en die staat keer op keer ter discussie. Elke keer wordt er weer in de politiek gezegd “Die salderingsregeling kunnen we wel afschaffen. Inmiddels hebben we zoveel zonnepanelen, het is wel genoeg.” Maar als je een besluit moet nemen over een investering en gedurende de wedstrijd worden de spelregels veranderd, dan helpt dat niet. Dus het gaat om haalbaarheid en dan gaat het over duidelijkheid, over consistent overheidsbeleid, en het gaat ook over betaalbaarheid. En dan gaat het over subsidiëringsmaatregelen, maar ook over fiscale maatregelen die het aantrekkelijk maken om je woning te gaan verduurzamen.

Amy: Zijn er nog punten waarvan je zegt “Die wil ik nog echt benoemen”, als het gaat over de woningmarkt en de thema’s die voor jullie belangrijk zijn?

Cindy: Over de woningmarkt ben je nooit uitgepraat. We hebben het natuurlijk veel gehad over starters, maar een groep die het ook niet makkelijk heeft zijn juist de ouderen. Het langer thuis willen wonen, ook de verbinding tussen woningmarkt en zorg. Hoe langer je goed thuis kunt wonen, hoe minder je drukt op de zorg. Wat doen we daaraan om daarin te voorzien? Veel oudere mensen die alleen in een relatief grote woning wonen, als ze dat willen is het prima en prachtig, maar als er aantrekkelijke alternatieven zijn is dat voor hen in veel gevallen passender. Maar het brengt ook weer die woningmarkt, die doorstroming op gang. Ook daar zou je eens kritisch naar kunnen kijken. Het vermogen van oudere mensen, wat vaker in de stenen zit, kun je dat bijvoorbeeld voor zorg aanwenden of aanvullen op een pensioen? Zo ja, op welke manier? Dus er is nog heel veel te doen. We zijn nog lang niet klaar hiermee.

Amy: Leuk om te horen dat je nog zoveel ideeën hebt en er nog zoveel werk te doen is. Ik zou graag overgaan naar jouw jeugd. Ik ben wel benieuwd hoe je zelf bent opgegroeid.

Cindy: Daar kan ik wel iets over vertellen. Mijn ouders werkten allebei. Ik ben daar mijn moeder dankbaar voor, want zij was daarin ook een mooi voorbeeld. Bij mensen van mijn generatie, zeker bij vrouwen, is het niet vanzelfsprekend dat ze een moeder hebben die fulltime heeft gewerkt en dat deed mijn moeder wel. Het was later voor mij ook nooit een vraag om parttime te gaan werken of een paar jaar niet of iets dergelijks. Maar dat betekende ook dat wij veel ruimte en vrijheid hadden, mijn zus en ik – ik ben de jongste van de twee zussen – om onze eigen weg te gaan. Ik weet nog dat ik vrij jong op kamers ben gegaan om te studeren en mijn ouders hebben dat altijd gestimuleerd, ze hebben er ook vertrouwen in gehad. Mijn oudste zoon is 17, toen ik 17 was woonde ik op kamers. Mijn ouders hebben daar blind vertrouwen in gehad, het was 100 kilometer verderop, we hadden toen nog geen internet, geen mobiele telefoon. Ik zou mijn zoon echt niet zo los durven laten, eerlijk gezegd.

Amy: Wat heeft dat jou gebracht, als je daar nu op terugkijkt?

Cindy: Wat mijn ouders mij ook geleerd hebben en wat ik ook wel probeer mee te geven aan mijn kinderen, maar ook aan mensen om me heen is dat je vrij bent om de keuzes te maken die je wil. Doe dat ook vooral, maar draag ook verantwoordelijkheid voor de consequenties daarvan. Loop daar niet voor weg. We leven wat dat betreft in een heel mooi land waar voor iedereen heel veel te kiezen is, dus neem die ruimte ook. Nu hebben we het weer over mensen in je werk die je hebben geïnspireerd, één van mijn collega’s had play tegels, dat zijn van die spreuken, hij zei “Het mooiste dat je kunt worden ben je zelf.” Ik denk dat dat ook wel zo is, als je iets doet waar je hart ligt word je daar vanzelf heel goed in.

Amy: Wat voor soort opvoeding heb je gehad?

Cindy: Een opvoeding met veel vrijheid en veel ruimte, veel vertrouwen. Ik hield bijvoorbeeld heel erg van paardrijden, ik was de enige in ons gezin, maar toch heb ik daar altijd alle gelegenheid voor gekregen. Mijn moeder is erg bang voor paarden, maar toch heeft ze me daar nooit in beperkt. We hebben nog altijd een hele hechte band, ondanks dat we elkaar veel vrij laten. Daar ben ik heel dankbaar voor.

Amy: Welke toegevoegde waarde wil je zelf hebben binnen de samenleving of binnen de woningmarkt?

Cindy: Dat is het mooie van het werk van Vereniging Eigen Huis. Als je iets kunt bereiken, of het nou gaat om een gunstiger tarief voor energie of je kunt bereiken dat banken op een andere manier met hun rekenrente omgaan op het moment dat hypotheken worden overgesloten of iets dergelijks, dan kun je in een aantal gevallen voor heel veel mensen net het verschil betekenen tussen wel of niet rond kunnen komen. Dat vind ik heel mooi. Dat maakt dat je dit werk gewoon elke dag met heel veel passie en plezier doet.

Amy: Als je nu terugkijkt op je carrière, waar ben je dan het meest trots op?

Cindy: Dat vind ik een moeilijke.

Amy: Of waar ben je trots op?

Cindy: Ik vind het moeilijk om te zeggen dat ik ergens trots op ben omdat je het nooit alleen doet. Je doet het altijd samen met anderen. Natuurlijk ben ik trots op onze ledenontwikkeling en natuurlijk ben ik trots op alle mensen die hier elke dag werken. Maar dat is niet mijn verdienste; dat hebben we met elkaar gedaan. Daar geniet ik van.

Amy: Heb je tips voor mensen vanuit je eigen loopbaan waarvan je denkt “Dit kan ik iedereen meegeven”?

Cindy: Wat ik belangrijk vind als het gaat om management en leiderschap – en daar zijn ook hele boeken over geschreven – wat mij betreft is de essentie goed luisteren en duidelijk zijn. Als je die twee dingen kunt toepassen in de brede zin van het woord, dan denk ik dat je een hele prettige persoon bent om mee samen te werken. Als je oprecht geïnteresseerd bent en oprecht en goed wil luisteren en ook bereid bent om iets van jezelf te laten zien en daar open en duidelijk in te zijn, dan denk ik dat er een basis ligt voor een goede samenwerking. Zoals ik al zei, je doet het nooit alleen, dat kan gewoon niet.

Amy: Zijn er nog specifieke boeken die jou geïnspireerd hebben?

Cindy: Je hebt natuurlijk veel van die managementboeken, bijvoorbeeld Good to great, die hele simpele basisprincipes. Ook The One Minute Manager. Ik weet niet eens of het nog bestaat. Maar ook een boek als bijvoorbeeld Sapiens, dat beschrijft over hoe wij als mensen zijn geworden tot wat we nu zijn. Daar kun je ook heel veel lessen uit halen. De inspiratie zit in heel veel dingen.

Amy: Ik vond het wel mooi dat je zei “Ik heb vanuit mijn moeder eigenlijk altijd de mooie voorbeeldrol gezien”, hoe je werk en privé goed kan combineren. Hoe heb jij dat altijd thuis gedaan?

Cindy: Eigenlijk heel vanzelfsprekend. Ik zag daar met name vrouwelijke collega’s best wel mee worstelen. Ik heb dat zelf eigenlijk nooit zo ervaren, mijn man en ik hebben ook altijd de zorg en de werktaken verdeeld, gewoon altijd 50/50. Natuurlijk hebben we ook wat hulp kunnen inschakelen. Maar het is wel iets wat ik weleens meegeef, ook aan jonge vrouwen. Ik kan me herinneren, in die tijd dat ik jonge kinderen had, dat mij heel vaak werd gevraagd “Hoe doe je dat? Hoe combineer jij dat eigenlijk?” Ik vond dat zo raar, dat dat mij wel werd gevraagd en mijn mannelijke collega’s niet. Dus ik zal ook nooit die vraag stellen. Ik ga ervan uit dat je dat goed kunt combineren. Als dat niet zo is, of als dat een thema is en ik kan je daarbij helpen, kan je me mailen. Maar ik zal niemand ter verantwoording roepen over hoe hij of zij zijn privésituatie indeelt en ik zal daarbij al helemaal geen onderscheid maken tussen mannelijke en vrouwelijke werkgevers, want ik kan me herinneren – maar ik spreek dan over 17 jaar geleden – dat mij dat toen weleens heeft verbaasd.

Amy: Ik stel deze vraag aan iedereen, man of vrouw, dus niet specifiek aan jou!

Cindy: Het is nu een andere tijd, maar toen ik kinderen kreeg viel mij het op dat die vraag vaker aan mij werd gesteld dan aan mijn mannelijke collega’s.

Amy: Ik zou je willen vragen om een doorgeefvraag te stellen aan één van mijn volgende gasten, Michel van den Akker, CEO van De Hypotheker. Welke vraag heb je voor hem?

Cindy: Daar zou ik een heleboel vragen aan willen stellen. De belangrijkste uitdaging, ik vraag me af of hij daar antwoord op heeft, het is altijd een afweging tussen risicobeperking en mogelijkheden bieden. Nu zijn we heel erg geneigd bij het verstrekken van een hypotheek om te kijken naar het loonstrookje van vandaag de dag, maar je zou eigenlijk meer naar de toekomst willen kijken. We kennen natuurlijk al de perspectiefverklaring voor mensen met een tijdelijk arbeidscontract. Maar zou je niet – en dat is de vraag aan hem – ook voor mensen met een vast dienstverband meer naar de toekomst moeten kijken dan naar het verleden? Hoe doe je dat dan?

Amy: En zou je dat dan allebei de kanten op doen? Dus ook als het perspectief is dat iemand misschien leraar is in een krimpgemeente, dat het dan lastiger is om een hypotheek te kunnen betalen.

Cindy: Ik denk dat het voor een leraar altijd wel gaat lukken om een baan te vinden. Maar als iemand bijvoorbeeld al een hoge leeftijd heeft en met pensioen gaat en je weet dat die dan een inkomstenterugval gaat krijgen, dat wordt nu ook al tot op zekere hoogte meegenomen, ik zou dat zeker aan twee kanten doen. Want het is in het belang van je klant, je wil niemand over-financieren, je wil niemand in de problemen brengen. Maar tegelijkertijd wil je mensen ook kansen bieden. Dan komen we weer bij die duurhuurders, die arme starter die voor de hoofdprijs moet huren terwijl hij liever wil kopen, die wil je toch een kans geven. Hoe ziet hij die differentiatie in de toekomst?

Amy: Is er nog iets wat je zelf wil toevoegen aan dit gesprek?

Cindy: Nee, ik vond het een leuk gesprek, dankjewel!

Amy: Ik zou je nog willen vragen om de volgende zin af te maken: Wonen in 2030…

Cindy: Daar kun je een heleboel kanten mee op. Het eerste wat in me opkomt is: Dan is het duurzamer dan nu.

Amy: Daar gaan we voor! Dankjewel voor het leuke gesprek. Ik vind het mooi om te zien hoeveel energie je hebt en ook gedreven bent om alles op te pakken en als je praat over wat je kan betekenen voor de huiseigenaar, dan straal je tegenover me. Toen ik je vroeg “Wat motiveert je?”, dan is het het samendoen voor de huiseigenaar.

Cindy: Exact!

Amy: Dankjewel! Namens Lawood mag ik je nog een bedankje aanbieden.

Cindy: Dankjewel en graag gedaan!

Amy: Leuk dat je luisterde naar de podcast Leaders in Wonen. Voordat we afsluiten wil ik graag de partners van deze podcast bedanken: Calcasa en RNHB en Quion. Vergeet je niet te abonneren bij Spotify of Apple, tot de volgende podcast!

Recente reacties